ECLI:NL:RBNHO:2015:8040
Rechtbank Noord-Holland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek omgangsregeling biologische vader met minderjarige kinderen na gebrek aan emotionele toestemming van de moeder
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 23 september 2015 uitspraak gedaan in een verzoek van de biologische vader om een omgangsregeling met zijn twee minderjarige kinderen. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, omdat er eerst statusvoorlichting moet plaatsvinden om vast te stellen dat de biologische vader daadwerkelijk de vader is van de minderjarigen. De moeder heeft geen emotionele toestemming gegeven voor deze statusvoorlichting, wat essentieel is voor het welzijn van de kinderen. De rechtbank oordeelt dat het vaststellen van een omgangsregeling in de huidige omstandigheden niet in het belang van de minderjarigen is, aangezien de emotionele draagkracht van de kinderen niet toereikend is om een proefcontact met de biologische vader aan te gaan. De rechtbank wijst erop dat de minderjarigen een negatief beeld van hun biologische vader hebben, wat schadelijk is voor hun ontwikkeling. De moeder heeft de verantwoordelijkheid om dit beeld te corrigeren met behulp van hulpverlening. De rechtbank benadrukt dat de huidige situatie zorgelijk is en dat er meer ondersteuning nodig is voor de minderjarigen om hen te helpen begrijpen wie hun biologische vader is.