Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het deelgeschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
donderdag 22 januari 2015.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 22 januari 2015 uitspraak gedaan in een deelgeschil tussen een verzoekster en haar psychiater, verweerder. De verzoekster, die zelf therapeut was, had zich in 2009 onder behandeling gesteld van verweerder om een terugval in alcoholverslaving te voorkomen. Gedurende de behandelrelatie ontstond er een seksuele relatie tussen verzoekster en verweerder, die begon op 23 januari 2011, kort na het beëindigen van de behandelrelatie. Verzoekster heeft een klacht ingediend tegen verweerder, die door het Regionaal Tuchtcollege gegrond werd verklaard, wat leidde tot een schorsing van verweerders inschrijving in het BIG-register.
Verzoekster heeft in het deelgeschil verzocht om te verklaren dat verweerder wanprestatie heeft gepleegd door de seksuele relatie aan te gaan en aansprakelijk is voor de geleden schade. De rechtbank oordeelde dat verweerder onrechtmatig heeft gehandeld door de zorgvuldigheidsnormen te schenden die gelden voor psychiaters. De rechtbank heeft vastgesteld dat de seksuele relatie en de samenwerkingsrelatie die verweerder met verzoekster aanging, in strijd waren met de beroepscode voor psychiaters. De rechtbank heeft de immateriële schade van verzoekster vastgesteld op € 5.000,--, te vermeerderen met wettelijke rente, en de kosten van het deelgeschil op € 6.127,-- begroot, die door verweerder moeten worden betaald.
De rechtbank heeft de verzoeken van verzoekster toegewezen en verklaard dat verweerder aansprakelijk is voor de geleden en nog te lijden schade, als gevolg van zijn wanprestatie. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van zorgverleners in hun professionele relaties met patiënten en de gevolgen van het schenden van zorgvuldigheidsnormen.