Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.HET VERLOOP VAN HET GEDING
2.DE UITGANGSPUNTEN
Het door de directie voorgestelde onderscheid tussen ‘hiërarchisch en functioneel verantwoordelijk’ vormt in formele zin een inbreuk op de tekst van het Statuut en doet afbreuk aan de duidelijkheid die het Statuut inzake de complexe omgangsregeling schept.
Het Redactiestatuut laat de mogelijkheid open de hoofdredactie uit meerdere personen te laten bestaan. Mijn advies is een hoofdredactie samen te stellen die wordt gevormd door een algemeen hoofdredacteur die tevens voorzitter is en drie of vier hoofdredacteuren die een directe(re) verantwoordelijkheid hebben voor de regio/clusters.
Één dagbladredactie voor de gehele Holland Media Combinatie onder leiding van een algemeen hoofdredacteur, met één redactiestatuut, één plenaire vergadering, één redactieraad en één redactiecommissie;
De algemeen hoofdredacteur zou met name vanuit zijn/haar eindverantwoordelijkheid de leiding aan de redactie inhoud moeten geven, waarbij met delegatie van taken het wel mogelijk is om binnen die kaders de doelstellingen zoals geformuleerd in de adviesaanvraag het overleg per regionale titel verder inhoud te geven, gerealiseerd kan worden;
Van belang is dan echter wel dat de directie de algemeen hoofdredacteur ook ziet als zijn evenknie op redactioneel vlak, waarmee het gesprek gevoerd moet worden zoals ook bedoeld wordt in artikel 3.6 van het redactiestatuut en niet dat een team van hoofdredacteuren die positie inneemt;
Geborgd zou moeten worden dat de algemeen hoofdredacteur een rol speelt bij de selectie van de regionale hoofdredacteuren.
De gehele redactie van Holland Media Combinatie, inclusief de weekbladredactie, is één en ondeelbaar en staat onder leiding van het college van hoofdredacteuren waarbij iedere hoofdredacteur, conform het statuut, verantwoordelijk is voor een specifieke titel en regio. De algemeen hoofdredacteur geeft conform het statuut leiding aan het college. De algemeen hoofdredacteur stuurt daarnaast de centrale redactie aan.
Er wordt als eerste een algemeen hoofdredacteur benoemd en daarna volgt de benoeming van de overige hoofdredacteuren. Daar er sprake moet zijn van een goed functionerend team van hoofdredacteuren zal de algemeen hoofdredacteur worden betrokken bij de benoeming van de overige hoofdredacteuren.
De functionele aansturing van de hoofdredacteuren berust bij de algemeen hoofdredacteur die met hen de KPI afspraken maakt en de performance management gesprekken voert. Eén en anders slechts voor zover conform redactiestatuut.
Uw wens om de taken en bevoegdheden van de algemeen hoofdredacteur uit te breiden tot de algehele leiding van de redactie inclusief het journalistieke beleid en het personeelsbeleid, de leiding van de centrale redactie en de leiding van alle digitale ontwikkelingen en het mogelijk maken van initiatieven van de diverse redacties is onzes inziens niet wenselijk noch mogelijk conform het redactiestatuut. Deze voorwaarde zullen (en kunnen) wij niet volgen. De taken en bevoegdheden van de algemeen hoofdredacteur staan omschreven in het redactiestatuut. Het benoemen van een algemeen hoofdredacteur kan geen inperking meebrengen van de hoofdredactionele rechten en bevoegdheden van de (overige) hoofdredacteuren. Het statuut laat de taakverdeling binnen de hoofdredactie uitdrukkelijk over aan de hoofdredactie zelf. De voorwaarde van de raad past daarmee niet binnen de kaders van het statuut. Zo is de hoofdredacteur op grond van het statuut verantwoordelijk voor de redactionele inhoud van zijn titel(s) en voor het handhaven van de beginselen van het redactionele beleid ten aanzien van die titel(s). Tegen de achtergrond van de doelstellingen van de wijzigingen van de redactionele organisatie, achten wij het ook los van de maatgevende kaders van het statuut niet wenselijk deze verantwoordelijkheden in te perken ten gunste van de algemeen hoofdredacteur.
De profielen van de twee functies van hoofdredacteur behoeven in het licht van het bovenstaande geen aanpassing.
3.DE VORDERING EN DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
4.DE GRONDEN VAN DE BESLISSING
het dagblad. In artikel 5.1.1 is bepaald dat “de hoofdredactie” de leiding heeft van de redactie en van de journalistieke productie en aldus een eigen, zelfstandige verantwoordelijkheid voor de redactionele inhoud van
de dagbladenheeft. Artikel 5.1.2 legt, niet in lijn daarmee, de plicht tot verantwoording tegenover de directie echter niet op de hoofdredactie maar op “de hoofdredacteur”. Een vergelijkbare differentiatie in de toedeling van taken en bevoegdheden aan de beide organen is op meer plaatsen in het statuut zichtbaar. Zo bepaalt artikel 7.2 dat “de hoofdredactie” aan de directie verantwoording verschuldigd is voor de kostenbewaking maar voert de directie blijkens artikel 7.1 overleg over belangrijke aangelegenheden de begroting betreffende met “de hoofdredacteur”. Het onderscheid lijkt gebaseerd te zijn op de wens om met een zekere slagvaardigheid te kunnen besturen. Artikel 8.1 schrijft voor dat “de hoofdredacteur” van aanvang af wordt betrokken bij de daarin genoemde plannen tot reorganisatie, fusie, verkoop of liquidatie, terwijl artikel 8.3 “de hoofdredactie” het recht geeft vertrouwelijk te worden ingelicht over een voorgenomen ingrijpende wijziging in de samenstelling van de kring der eigenaren of van de directie. Het onderscheid lijkt gebaseerd te zijn op een afweging van het belang van geheimhouding tegen dat van betrokkenheid.
alleterreinen waarop de collegiale eindverantwoordelijkheid voor het gehele (dus ook het regionale) redactionele beleid gestalte moet (kunnen) krijgen;
5.DE BESLISSING
26 oktober 2015in tegenwoordigheid van