ECLI:NL:RBNHO:2015:9519
Rechtbank Noord-Holland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag en ontzegging van het recht op omgang
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 22 juli 2015, zijn twee verzoeken aan de orde: de wijziging van gezamenlijk gezag in éénhoofdig gezag en de ontzegging van het recht op omgang tussen de vader en de minderjarige [het kind]. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.P.J.L. Appelman, heeft verzocht om alleen het gezag over [het kind] te krijgen, terwijl de vader, die ook aanwezig was, zijn toestemming voor hulpverlening voor [het kind] pas ter zitting gaf. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sinds de ontbinding van het huwelijk in 2011 geen constructieve communicatie tussen de ouders heeft plaatsgevonden, wat heeft geleid tot een onaanvaardbaar risico dat [het kind] klem of verloren raakt tussen de ouders. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd om het verzoek van de moeder om alleen het gezag te krijgen af te wijzen, maar de rechtbank heeft dit verzoek toch toegewezen, omdat het gezamenlijk gezag niet in het belang van [het kind] werd geacht. De rechtbank heeft ook de zorgregeling tussen de vader en [het kind] beëindigd, omdat [het kind] hulp nodig heeft om de gebeurtenissen met de vader te verwerken en een neutraal beeld van hem te vormen. De vader is geadviseerd om zijn medewerking te verlenen aan de hulpverlening en om contact met [het kind] te stimuleren na de hulpverlening. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan de vader in beroep gaan tegen deze beslissing.