ECLI:NL:RBNHO:2015:9612
Rechtbank Noord-Holland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en wijziging gezag na langdurige zorgmijdende houding van de man
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 23 september 2015 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, waarbij het gezamenlijk gezag over hun minderjarige kind ter discussie stond. De vrouw, die de echtscheiding had aangevraagd, stelde dat het huwelijk duurzaam was ontwricht en dat de man zich nauwelijks bemoeide met de verzorging en opvoeding van hun kind. De rechtbank ontving geen verweerschrift van de man en baseerde haar oordeel op de ingediende stukken en het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming. De rechtbank oordeelde dat de man, door zijn passieve houding en persoonlijke problemen, niet in staat was om zijn verantwoordelijkheden als gezagsdragende ouder waar te nemen. Dit leidde tot de beslissing om het gezamenlijk gezag om te zetten in eenhoofdig gezag van de vrouw.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de man geen initiatief toont in de opvoeding van de minderjarige en dat zijn gedrag, waaronder alcoholgebruik en een narcistische persoonlijkheidsstoornis, een belemmering vormt voor een goede gezagsuitoefening. De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw om het gezag alleen aan haar toe te kennen toegewezen, omdat het gezamenlijk gezag de belangen van de minderjarige in gevaar zou kunnen brengen. Daarnaast heeft de rechtbank een zorgregeling vastgesteld, waarbij de minderjarige om de week contact heeft met de man, en heeft zij de onderhoudsbijdragen voor de minderjarige en de vrouw toegewezen. De rechtbank heeft ook de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap geregeld en partijen opgedragen om dit met een notaris te regelen.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen drie maanden hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Amsterdam.