Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[naam kind 1],geboren op [geboortedatum 1] in de gemeente Alkmaar;
[naam kind 2],geboren op [geboortedatum 2] in de gemeente Alkmaar,
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 11 november 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot adoptie door een stiefvader van twee meerderjarige kinderen. De stiefvader, bijgestaan door zijn advocaat mr. R.D. de Boer, verzocht de rechtbank om de adoptie van de kinderen, die uit een eerder huwelijk van de moeder met de vader zijn geboren. De vader heeft zich niet verzet tegen het verzoek, maar was niet aanwezig op de zitting. De moeder heeft wel ingestemd met de adoptie. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de kinderen op het moment van het verzoek reeds meerderjarig waren, wat in strijd is met de voorwaarden voor adoptie zoals vastgelegd in artikel 1:228 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank benadrukte dat de wetgever bewust heeft vastgehouden aan het vereiste van minderjarigheid voor adoptie, en dat de rechter niet de vrijheid heeft om van deze dwingendrechtelijke bepaling af te wijken. De stiefvader voerde aan dat de weigering van de adoptie een inbreuk zou zijn op het gezinsleven zoals beschermd door artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank oordeelde echter dat het recht op adoptie niet onder de beschermde rechten van het EVRM valt en dat de stiefvader niet voldoende bijzondere omstandigheden had aangetoond die een terzijdestelling van de nationale wet rechtvaardigen. De rechtbank concludeerde dat de stiefvader niet had aangetoond welke gevolgen de afwijzing van de adoptie voor het gezinsleven zou hebben, en wees het verzoek af.