Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
: “dat huurder zich bewust is slechts belang te hebben bij de overeenkomst van huur en verhuur voor de periode dat zij in genoemde hoedanigheid door haar bij derden ingezette arbeidskrachtentijdelijkonderbrengt in het gehuurde en dat die tijdelijkheid inhoudt datverhuurder de huurovereenkomst op ieder moment kan opzeggenmet een opzegtermijn van 4 maanden waarbij een beroep door de huurder op huurbescherming in strijd zal zijn met de redelijkheid en billijkheid gelet op de tussen partijen geldendeintentie met betrekking tot deze huur en verhuur”.
“Indien verhuurder niet gehouden is om op 30 juni 2010 (of kort daarna) te gaan bouwen in het kader van voorgenomen projectontwikkeling, zal deze overeenkomst onder gelijke voorwaarden met 6 (zes) maanden kunnen worden verlengd.”Na 30 juni 2010 is de huurovereenkomst tussen partijen voortgezet.
Hierbij bevestig ik het gesprek van heden morgen met [A] , [B] en [verhuurder] .
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
6.De beslissing
dagvaarding € 77,75
griffierecht € 117,00
salaris gemachtigde € 400,00;
Dit vonnis is gewezen door mr. P.G. Vroom, kantonrechter en op 9 februari 2016 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.