Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
[eiser]
verweerder in reconventie
[gedaagde]
eiseres in reconventie
De procedure
Op 19 januari 2016 heeft een zitting plaatsgevonden, waarbij zijn verschenen [eiser] en zijn gemachtigde mr. D. Winters, en [gedaagde] , zonder haar gemachtigde.
De feiten
Het verzoek
Het verweer en de voorwaardelijke eis in reconventie
De beoordeling in conventie en voorwaardelijke reconventie
€ 208,66 per maand redelijk. De periode van 18 juli 2011, het moment dat [gedaagde] het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning kreeg, tot 17 februari 2016, betreft 55 maanden, zodat de totale gebruiksvergoeding over de afgelopen periode € 11.476,29 bedraagt.
€ 130.009,50. Op grond hiervan is het redelijk dat [gedaagde] wordt gecompenseerd voor het door haar niet genoten rendement over dat bedrag gedurende de twee jaar tussen de datum van de waardering en de datum van verdeling. De kantonrechter stelt dit rendement vast op 2,3%, waardoor [eiser] aan [gedaagde] een bedrag van € 2.990,22 maal twee jaar, is
€ 5.980,44 dient te betalen.
De beslissing
1) de kosten van de opstalverzekering, totdat deze door haar is overgenomen, en
2) € 208,66 aan gebruiksvergoeding en
3) € 525,00 aan rente over de lening van € 300.000,00,