ECLI:NL:RBNHO:2016:10974

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 augustus 2016
Publicatiedatum
3 januari 2017
Zaaknummer
C/15/243960
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • S.M. Jongkind-Jonker
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een vereffenaar in de nalatenschap van George Dieter Köhler

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 11 augustus 2016 een beschikking gegeven in het kader van de benoeming van een vereffenaar voor de nalatenschap van George Dieter Köhler, die op 22 februari 2015 is overleden in Den Helder. De verzoekster, Esther Welter, trad op als boedelgevolmachtigde van Beate Müller, een van de erfgenamen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft, omdat de erflater zijn laatste bekende woonplaats in Nederland had. De nalatenschap valt onder het Nederlandse recht, aangezien de erflater vijf jaar voor zijn overlijden in Nederland verbleef.

De rechtbank heeft geconstateerd dat erflater geen testament heeft achtergelaten en dat de erfgenamen, met uitzondering van Beate Müller, de nalatenschap hebben verworpen. Beate Müller heeft de nalatenschap aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving en heeft verzocht om de benoeming van een vereffenaar. De rechtbank heeft mr. A. Verhoeks benoemd tot vereffenaar van de nalatenschap. Tevens is besloten dat de beschikking niet in een dagblad hoeft te worden gepubliceerd, maar via de Staatscourant en de website van de rechtspraak bekendgemaakt zal worden. Dit is in lijn met de huidige tijdsgeest, waarin steeds meer mensen toegang hebben tot internet.

De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de griffier is opgedragen om de benoeming van de vereffenaar in het boedelregister in te schrijven. De rechtbank heeft hiermee een belangrijke stap gezet in de afwikkeling van de nalatenschap van George Dieter Köhler.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling privaatrecht
Sectie Handel en Insolventie
Zittingsplaats Alkmaar
LSH/SJ
zaaknummer / rekestnummer: C/15/243960 / HA RK 16-91
Beschikking van 11 augustus 2016
in de zaak van
ESTHER WELTER,
kantoor houdende te Den Helder, in hoedanigheid van boedelgevolmachtigde van
BEATE MÜLLER,
wonende te Den Helder,
verzoeksters,
advocaat mr. J. de Beurs te Den Helder,
tegen:

1.LEV DIETMAR KÖHLER,

wonende te Hilden (Duitsland),
2.
ROSWITHA PILZ,
wonende te 51427 Bergisch Gladbach (Duitsland),
gerekwestreerden,
betreffende de nalatenschap van
GEORGE DIETER KÖHLER
geboren op 6 juli 1930 te Düsseldorf (Duitsland),
overleden op 22 februari 2015 te Den Helder,
hierna te noemen: de erflater.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met 10 producties, ingekomen op 3 juni 2016;
- de brieven van de rechtbank van 10 juni 2016 aan de heer L.D. Köhler en mevrouw R. Pilz;
- de ter griffie op 21 juni 2016 ingekomen brief van mevrouw R. Pilz met als bijlage een Erbausschlagung in de Duitse taal;
- de ter griffie op 6 juli 2016 ingekomen brief van de heer L.D. Köhler met als bijlage een Erbausschlagung in de Duitse taal.

2.De beoordeling

2.1.
Het verzoek strekt tot het benoemen van een vereffenaar van de nalatenschap van erflater op grond van artikel 4:203, lid 1 sub a BW. Erflater had de Duitse nationaliteit, zodat allereerst de vraag moet worden beantwoord of de Nederlandse rechter rechtsmacht toekomt. Die vraag kan bevestigend worden beantwoord, nu erflater zijn laatste bekende woonplaats in Nederland had. Deze woonplaats was Den Helder, zodat deze rechtbank de relatief bevoegde rechtbank is.
Op grond van artikel 3 lid 2 van het Haags Erfrechtverdrag 1989 wordt de erfopvolging beheerst door het Nederlandse recht, nu erflater onmiddellijk voorafgaand aan zijn overlijden vijf jaar in Nederland zijn verblijfplaats heeft gehad. Het Nederlandse recht beheerst op grond van artikel 7 van het Haags Erfrechtverdrag 1989 de gehele nalatenschap, dus ook dat deel dat eventueel niet in Nederland is gelegen. Uit de artikelen 10:149 en 10:150 jo. artikel 10:152 lid 5 BW volgt dat de afwikkeling c.q. de vereffening van de nalatenschap van erflater beheerst wordt door het Nederlandse recht, zijnde het recht van de laatste gewone verblijfplaats van erflater.
2.2.
Erflater heeft blijkens het Centraal Testamentenregister niet over zijn nalatenschap beschikt. Ook in Duitsland is geen testament gemaakt. Op grond van het verzoekschrift moet ervan worden uitgegaan dat erflater vier afstammelingen heeft achtergelaten, te weten Beate Müller voornoemd, de gerekwestreerden Lev Dietmar Köhler en Roswitha Pilz, alsmede Gabrielle Quandt.
2.3.
Genoemde afstammelingen hebben, met uitzondering van Beate Müller, schriftelijk te kennen gegeven dat zij de nalatenschap verwerpen. Dit is voor de rechtbank aanleiding geweest om hen niet op te roepen om over het verzoek te worden gehoord. In de schriftelijke verklaring, afgelegd door Roswitha Pilz en, naar de rechtbank begrijpt, haar kinderen, staat overigens nog wel vermeld dat zij zich nader zullen laten informeren over de vereisten die naar Nederlands recht aan een verwerping van een nalatenschap worden gesteld.
2.4.
Beate Müller heeft de nalatenschap aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving. Het namens haar op basis van artikel 4:203, lid 1 sub a ingediende verzoek tot benoeming van een vereffenaar kan worden toegewezen. Inhoudelijke eisen worden in genoemde wetsbepaling niet aan een dergelijk verzoek gesteld. Na te noemen mr. A. Verhoeks heeft zich bereid verklaard de benoeming tot vereffenaar te aanvaarden.
2.5.
Uit het oogpunt van kostenbesparing verzoekt verzoekster de te wijzen beschikking te publiceren via rechtspraak.nl dan wel te bepalen dat deze uitsluitend in de elektronische versie van de Staatscourant gepubliceerd hoeft te worden. Verzoekster vraagt de rechtbank om ontslagen te worden van haar verplichting tot publicatie in een nieuwsblad. Nu er in het onderhavige geval geen dwingende noodzaak bestaat voor de - kostbare - wettelijk voorgeschreven wijze van bekendmaking in een dagblad, zal deze niet worden voorgeschreven.
De belanghebbenden kunnen - naast de publicatie in de Staatscourant - immers ook op een andere wijze, namelijk via internet, worden geïnformeerd. Dit leidt ook niet tot extra kosten. De bekendmaking van deze beschikking zal plaatsvinden op www.rechtspraak/nl/uitspraken.
Deze wijze van bekendmaking komt in de huidige tijd, waarin steeds meer huishoudens toegang tot internet hebben en steeds minder huishoudens over een krantenabonnement beschikken, beter tegemoet aan de bedoeling van de wetgever dan in de tijd dat de toegang tot internet nog niet algemeen was. De te benoemen vereffenaar zal daarom deels worden ontheven van de wettelijke publicatieplicht, zoals hierna beslist.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
benoemt
mr. A. Verhoeks,
geboren op 12 juli 1974 te Hoorn,
kantoorhoudende aan de Middenweg 152 te (1782 BL) Den Helder,
tot vereffenaar van de nalatenschap van:
GEORGE DIETER KÖHLER
geboren op 6 juli 1930 te Düsseldorf (Duitsland),
laatstelijk wonende te Den Helder,
overleden op 22 februari 2015 te Den Helder,
3.2.
draagt de griffier op de benoeming van deze vereffenaar onverwijld in het boedelregister in te schrijven;
3.3.
draagt de vereffenaar op de benoeming bekend te maken in de Staatscourant en ontslaat de vereffenaar van de plicht tot publicatie in een nieuwsblad;
3.4.
verstaat dat deze beschikking bekend zal worden gemaakt door plaatsing op www.rechtspraak.nl/uitspraken;
3.5.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.M. Jongkind-Jonker en in het openbaar uitgesproken op 11 augustus 2016.