ECLI:NL:RBNHO:2016:11054

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 december 2016
Publicatiedatum
12 januari 2017
Zaaknummer
252839 / HA RK 16-238
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek buiten behandeling gesteld wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid

Op 22 december 2016 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zitting houdende in Alkmaar, uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker. Dit verzoek was ingediend tegen mr. L. Boonstra, de behandelend kantonrechter in een aanhangige zaak. Tijdens de zitting op 20 december 2016 heeft de verzoeker zijn onvrede geuit over een eerdere beslissing tot ontslag van de bewindvoerder en de benoeming van een nieuwe bewindvoerder. De verzoeker gaf aan dat hij boos was en geen vertrouwen had in de rechter, en beschuldigde de rechter van onbehoorlijk bestuur en partijdigheid.

De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking beoordeeld en geconcludeerd dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk was. De rechtbank benadrukte dat een verzoek tot wraking gemotiveerd moet zijn en dat de verzoeker feiten en omstandigheden moet aanvoeren die het vermoeden van onpartijdigheid van de rechter onderbouwen. De enkele onvrede van de verzoeker over een procesbeslissing voldeed niet aan deze vereisten.

Daarom heeft de wrakingskamer besloten het verzoek tot wraking buiten behandeling te stellen en te bepalen dat een volgend wrakingsverzoek van de verzoeker in deze zaak niet in behandeling zal worden genomen. De beslissing werd genomen door mr. P.H.B. Littooy en uitgesproken in tegenwoordigheid van griffier D.H. Geuze.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Wrakingskamer
zaaknummer: 252839 / HA RK 16-238
Datum uitspraak : 22 december 2016

BESLISSING op het schriftelijk verzoek tot wraking van:

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verzoeker.
1 PROCESVERLOOP
Ter zitting van 20 december 2016 heeft verzoeker een verzoek gedaan tot wraking van mr. L. Boonstra (hierna te noemen: de rechter) als behandelend kantonrechter van de bij deze rechtbank, locatie Alkmaar, aanhangige zaak met zaaknummer 5556115 BM VERZ 16-3061.
De rechter heeft het verzoek in handen gesteld van de griffier van de wrakingskamer.
De wrakingskamer heeft op grond van de hierna opgenomen overwegingen besloten geen datum te bepalen voor een mondelinge behandeling van het verzoek.

2.BEOORDELING VAN HET VERZOEK

Verzoeker heeft blijkens het van de besloten zitting opgemaakte proces-verbaal te kennen gegeven het niet eens te zijn met een eerder genomen beslissing tot ontslag van de bewindvoerder en benoeming van een nieuwe bewindvoerder. Ter zitting heeft verzoeker, evenals [betrokkene] te [woonplaats] ter zitting verschenen,
de gelegenheid gekregen om zijn standpunt toe te lichten.
Hierop heeft verzoeker meegedeeld de rechter te wraken op grond van het feit dat hij, verzoeker, heel erg boos is en geen vertrouwen in de rechter heeft en dat sprake is van onbehoorlijk bestuur. Verzoeker acht de rechter partijdig.
Naar het oordeel van de wrakingskamer dient het verzoek wegens kennelijke
niet-ontvankelijkheid buiten behandeling te worden gesteld.
Onder verwijzing naar naar paragraaf 4.1. van het hierna te noemen wrakingsprotocol stelt de rechtbank voorop dat een verzoek tot wraking gemotiveerd dient te zijn. De verzoekende partij dient opgave te doen van de feiten en omstandigheden die het vermoeden wettigen dat de rechter bij de behandeling van de zaak niet onpartijdig of onafhankelijk zal zijn.
Verzoeker heeft aan dit vereiste niet voldaan. Immers, de enkele omstandigheid dat verzoeker het niet eens is met een procesbeslissing van de rechter levert geen feiten of omstandigheden op die erop wijzen dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden. Het verzoek mist iedere onderbouwing, zodat het zich niet leent voor inhoudelijke beoordeling.
Overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 9.1, in samenhang met paragraaf 4.1. van het wrakingsprotocol van deze rechtbank – op internet te vinden op de website van deze rechtbank onder: www. rechtspraak.nl/Rechtbank Noord-Holland/Regels en procedures – zal de wrakingskamer het verzoek tot wraking wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid buiten behandeling stellen.
De wrakingskamer acht het indienen van het onderhavige verzoek op de enkele grond dat sprake is van een procesbeslissing waarmee verzoeker zich niet kan verenigen, kennelijk misbruik van recht.
Overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 10.1 van bovengenoemd protocol zal de rechtbank bepalen dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in de onderhavige zaak niet in behandeling zal worden genomen.

3.BESLISSING

De rechtbank:
-verklaart het gedane verzoek tot wraking kennelijk niet-ontvankelijk;
- stelt het verzoek tot wraking buiten behandeling;
- bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in deze zaken niet in
behandeling zal worden genomen.
Deze beslissing is gegeven door mr. P.H.B. Littooy, en uitgesproken in tegenwoordigheid van D.H. Geuze, griffier, ter openbare terechtzitting van
22 december 2016.