Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- drie aanvullende producties (genummerd 15 tot en met 17) van Syngenta;
- de voortgezette mondelinge behandeling die heeft plaatsgevonden op 7 juli 2016, alwaar verschenen zijn de heren [x en z] , bijgestaan door mr. Van de Ven voornoemd en de heer [y] , bijgestaan door mr. Van Druenen voornoemd;
- de pleitnota van Bakker;
- de pleitnota van Syngenta.
2.De verdere beoordeling
1 januari 2017 bij Bakker aan te vangen met de teelt van 3600 vierkante meter paprika’s op de wijze en voorwaarden zoals de afgelopen drie jaar gebruikelijk was en hiermee door te gaan tot het einde van 2017. De gevorderde dwangsom is ook toewijsbaar, zij het dat deze zal worden gematigd en gemaximeerd.
veroordeelt Syngenta tot nakoming van de duurovereenkomst door uiterlijk op 1 januari 2017 bij Bakker aan te vangen met de teelt van 3600 vierkante meter paprika’s op de wijze en voorwaarden zoals de afgelopen drie jaar gebruikelijk was en hiermee door te gaan tot het einde van 2017, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag dat Syngenta na ommekomst van genoemde datum in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 100.000,-;
€ 1.632,- salaris advocaat te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de vijftiende dag na betekening van dit vonnis;