Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde1],
[gedaagde2],
1.De procedure
- de akte uitlating producties zijdens [eiser] van 17 augustus 2016.
2.De feiten
- over de hoofdsom geen contractuele rente verschuldigd is, anders dan de eventuele boeterente;
- de hoofdsom uiterlijk op 1 januari 2015 dient te zijn terugbetaald en [gedaagde1] c.s. bij overschrijding van deze termijn een boete van 1% per maand over het openstaande bedrag verschuldigd is;
- [gedaagde1] c.s. ter zekerheid aan [eiser] pandrecht verleent op alle bestaande en toekomstige rechten en vorderingen.
“(..) In 2012 is tussen jou en mij een geldlening afgesloten voor een bedrag van EUR 482,500. Dit bedrag was afkomstig van jou advocaat en gestort op een spaarrekening die wij gezamenlijk hebben geopend bij ABNAMRO te Hoofdorp. Daarnaast is ook een betaalrekening geopend waarop naar behoefte gelden werden overgemaakt van de spaarrekening. Jij was/bent volledig bevoegd om vrij over het geld te beschikken middels afgegeven machtigingen én betaalpas op de betaalrekening. (…) Feit is thans dat het totaal bedrag inmiddels volledig is uitgegeven. In de bijlagen, welke al geruime tijd in jou bezit is, is gespecificeerd welke uitgaven zijn gedaan. Enige tijd geleden hebben wij afgesproken dat de bedragen die jij prive dan wel aan projecten hebt uigegeven in mindering worden gebracht op de totale geldlening. Jij hebt voorgesteld om per categorie af te tekenen. Ik heb als bijlage een overzicht bijgevoegd waarop afgetekend kan worden. (…)”Blijkens het bijgevoegde overzicht diende een bedrag van € 321.876,74 ten laste van [eiser] in mindering te komen.
€ 482.346,31 werd door Stichting Derdengelden Beer Advocaten naar die rekening overgemaakt. [eiser] bleef naast [gedaagde1] volledig bevoegd om over de rekening te beschikken. Vervolgens is op naam van [eiser] en [gedaagde1] een betaalrekening geopend met het nummer [nummer], waarop beide partijen eveneens onbeperkt en algeheel bevoegd waren. [eiser] heeft over genoemde bankrekeningen beschikt, door ofwel met zijn eigen bankpas of een op de rekening lopende tankpas uitgaven te doen, ofwel [gedaagde1] opdracht te geven betalingen te verrichten.
Op deze wijze heeft [eiser], zoals hij zelf ook erkent, een bedrag van € 91.486,50 aan privé uitgaven besteed. Voorts heeft hij volgens [gedaagde1] c.s een bedrag van € 139.466,03 geïnvesteerd in ANM Vastgoed B.V., een aan [eiser] toebehorend bedrijf waarvan de aandelen op zijn verzoek (tijdelijk) op naam zijn gezet van de twintigjarige dochter van [gedaagde1] c.s. om het bedrijf uit het zicht van de crediteuren van [eiser] te houden. Verder heeft [eiser] [gedaagde1] c.s. ertoe bewogen om een overeenkomst van geldlening te ondertekenen, zodat naar derden verklaard zou kunnen worden waarom het aan [eiser] uitgekeerde schadebedrag niet meer op zijn rekening stond. [gedaagde1] c.s., die het volste vertrouwen in [eiser] had, heeft nietsvermoedend de overeenkomst die [eiser] thans aan zijn vordering ten grondslag legt, getekend. Van een lening is echter nooit sprake geweest: [gedaagde1] c.s. had geen behoefte aan extra financiële middelen, in elk geval niet aan een lening voor een bedrag van meer dan € 480.000,00, en het geld is aan hen ook nooit ter beschikking gesteld. Dat geen sprake was van een lening blijkt ook wel uit de omstandigheid dat geen rente is overeengekomen, dat in de overeenkomst niet is vermeld wanneer [eiser] de lening aan [gedaagde1] c.s. ter beschikking zou stellen en uit de omstandigheid dat [eiser] steeds zelf over het geld kon beschikken en ook heeft beschikt, aldus [gedaagde1] c.s.. Dat [eiser] onbetrouwbaar is en misbruik heeft gemaakt van [gedaagde1] c.s. blijkt wel uit het feit dat hij bij vonnis van 16 februari 2015 door de rechtbank Midden Nederland is veroordeeld wegens deelneming en leiding geven aan en criminele organisatie gericht op valsheid in geschrift en witwassen, aldus steeds [gedaagde1] c.s.
5.De beslissing
€ 55.253,20(zegge: vijfenvijftig duizend tweehonderd drie en vijftig euro en twintig cent),