ECLI:NL:RBNHO:2016:2629

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 april 2016
Publicatiedatum
4 april 2016
Zaaknummer
4196190
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor herhaalde defecten aan windturbine na reparaties

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, afdeling Privaatrecht, is eiseres, een bedrijf dat aandrijvingen levert en repareert, in geschil met gedaagde, die een onderhoudscontract heeft voor een windturbine. Eiseres heeft in mei en augustus 2014 reparaties uitgevoerd aan de generator van de windturbine, maar na beide reparaties raakte de generator opnieuw defect. Gedaagde heeft eiseres aansprakelijk gesteld voor de schade die voortvloeide uit deze defecten en heeft een vordering in reconventie ingesteld. De kantonrechter heeft de feiten en de argumenten van beide partijen zorgvuldig overwogen. Eiseres vorderde betaling van een openstaande factuur van € 20.940,27, terwijl gedaagde betwistte dat deze factuur betaald moest worden, stellende dat eiseres toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De kantonrechter oordeelde dat gedaagde onvoldoende bewijs had geleverd voor haar stelling dat eiseres tekort was geschoten. De rechter concludeerde dat gedaagde de factuur moest betalen, inclusief contractuele rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vordering van gedaagde in reconventie werd afgewezen, en de proceskosten werden aan gedaagde opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton – locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 4196190 \ CV EXPL 15-5210
datum uitspraak: 6 april 2016

VONNIS VAN DE KANTONRECHTER

inzake

[bedrijfsnaam eiser]

te [vestigingsplaats 1]
eiseres in conventie
verweerster in reconventie
hierna te noemen [eiseres]
gemachtigde mr. W.Ph. Steenhuisen
tegen

[bedrijfsnaam gedaagde]

te [vestigingsplaats 2]
gedaagde in conventie
eiseres is reconventie
hierna te noemen [gedaagde]
gemachtigde mr. J. Hielkema

De procedure

[eiseres] heeft [gedaagde] gedagvaard op 11 mei 2015. Bij vonnis van 10 juni 2015 is de zaak door de rechtbank, afdeling privaatrecht, sector handel en insolventie, verwezen naar de kantonrechter.
heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een eis in reconventie ingesteld bij akte die door de kantonrechter is ontvangen op 28 augustus 2015.
De kantonrechter heeft beslist dat de zaak zich niet leent voor een comparitie van partijen na antwoord.
[eiseres] heeft op 16 oktober 2015 een conclusie van repliek in conventie en conclusie van antwoord in reconventie ingediend.
[gedaagde] heeft vervolgens op 11 december 2015 een conclusie van dupliek in conventie en repliek in reconventie ingediend.
[eiseres] heeft op 4 februari 2016 een conclusie van dupliek in reconventie ingediend.
Na daartoe verkregen toestemming heeft [gedaagde] zich bij akte uitgelaten over de productie(s) bij de laatste reactie van [eiseres] .

De feiten

[eiseres] levert, onderhoudt en repareert aandrijvingen voor diverse productomgevingen.
[gedaagde] heeft een onderhoudscontract met de eigenaar van de windturbine WM 1 van windmolenpark [naam] in [plaats] (hierna: de windturbine).
In opdracht van [gedaagde] heeft [eiseres] in mei 2014 een reparatie verricht aan de defect geraakte generator van de windturbine. De factuur voor deze reparatie ad € 14.520,00 (incl. btw) is door [gedaagde] voldaan.
In augustus 2014 is de generator van de windturbine wederom defect geraakt en heeft [gedaagde] aan [eiseres] opdracht gegeven deze opnieuw te repareren. Op 14 augustus 2014 werd de defecte generator gedemonteerd. Na reparatie door [eiseres] is de generator op 29 september 2014 weer teruggeplaatst in de windturbine.
Op 3 oktober 2014 raakte de generator wederom defect. Bij onderzoek op 3 oktober 2014 bleek dat de koelkanalen van de generator verstopt waren.
Op 13 oktober 2014 is de generator weer uit de windturbine gehaald en voor reparatie naar [eiseres] gestuurd. Na reparatie heeft [eiseres] de generator geretourneerd en heeft zij [gedaagde] op 10 november 2014 een rapportage verstrekt van de reparatie die zij aan de generator heeft uitgevoerd. In deze rapportage zat een testrapport van een door [XXX] uitgevoerde test.
In oktober/november 2014 hebben partijen met elkaar overlegd over de oorzaak van het in korte tijd herhaaldelijk uitvallen van de windturbine. [gedaagde] heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat de oorzaak was gelegen in het niet goed uitvoeren van de reparaties door [eiseres] in mei en in augustus/september 2014.
Bij brief van 21 november 2014 heeft [gedaagde] [eiseres] aansprakelijk gesteld voor de door haar geleden schade, inclusief gevolgschade.
[eiseres] heeft op 24 december 2014 een factuur voor een bedrag van € 20.940,17 (incl. btw) aan [gedaagde] gezonden voor de reparatie van augustus/september 2014. [gedaagde] heeft deze factuur niet betaald.
In januari 2015 heeft [YYY] een rapport uitgebracht met betrekking tot de windturbine.
Op 13 juli 2015 heeft [ZZZ] een rapport uitgebracht met betrekking tot de windturbine.

De vordering in conventie

[eiseres] vordert (samengevat) veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 20.940,27, vermeerderd met de contractuele vertragingsrente tot en met 24 april 2015 van € 530,45, te vermeerderen met de contractuele vertragingsrente vanaf 24 april 2015 tot aan de dag der algehele vergoeding, danwel een zodanige rente als de kantonrechter juist acht. Voorts vordert [eiseres] de buitengerechtelijke incassokosten van € 984,40 en de kosten van de procedure.
legt aan de vordering ten grondslag dat zij de windturbine conform de gegeven opdracht in augustus/september 2014 heeft gerepareerd en dat [gedaagde] op grond van de overeenkomst tussen partijen de factuur van 24 december 2014 dient te betalen.

Het verweer in conventie

[gedaagde] betwist de vordering. Zij voert aan dat [eiseres] de windturbine in mei 2014 niet goed gerepareerd heeft, als gevolg waarvan de windturbine in augustus 2014 wederom defect is geraakt. Na de tweede reparatie door [eiseres] is de windturbine binnen enkele dagen weer defect geraakt. [eiseres] is toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van beide verbintenissen.

De vordering in reconventie

[gedaagde] vordert (samengevat) veroordeling van [eiseres] tot betaling van een bedrag van
€ 14.520,00 inclusief btw, te vermeerderen met rente. [gedaagde] legt hieraan ten grondslag dat zij ten onrechte de factuur van mei 2015 ter hoogte van dit bedrag betaald, nu er door [eiseres] een wanprestatie is geleverd. Voorts vordert [gedaagde] veroordeling van [eiseres] voor een bedrag van € 101.371,11 inclusief btw, te vermeerderen met rente. [gedaagde] legt hieraan ten grondslag dat [eiseres] toerekenbaar tekort is geschoten in het nakomen van de overeenkomst. De windturbine is meerdere malen niet goed gerepareerd door [eiseres] en daardoor heeft [eiseres] schade veroorzaakt. Er is aantoonbare schade geleden ter hoogte van dat bedrag.

Het verweer in reconventie

[eiseres] betwist de vordering. Er is geen sprake van wanprestatie. De vermeende schade is niet aan [eiseres] toe te rekenen. Voorts zijn de algemene leveringsvoorwaarden van [eiseres] van toepassing, Alib 2007. Op grond van artikel 16 van deze algemene leveringsvoorwaarden is [eiseres] slechts gehouden tot vergoeding van directe, materiële schade. De gevolgschade, die [gedaagde] vordert, hoort daar niet bij.

De beoordeling in conventie en reconventieTen aanzien van de vordering in conventie heeft [gedaagde] aangevoerd dat zij de factuur niet hoeft te betalen, omdat [eiseres] toerekenbaar tekort is geschoten. Dit is een bevrijdend verweer. Kort gezegd betekent dit dat [gedaagde] feiten en omstandigheden moet aanvoeren ter onderbouwing van haar stelling en deze stelling, als deze voldoende is weersproken, moet bewijzen. De grondslag van hetgeen [gedaagde] in reconventie vordert is gelijk aan het bevrijdend verweer, namelijk dat [eiseres] toerekenbaar tekort is geschoten en dat zij daardoor schadeplichtig is. De kantonrechter zal dan ook als eerste de vraag behandelen of [gedaagde] voldoende gesteld en bewezen heeft dat [eiseres] toerekenbaar tekort is geschoten.

Niet in geschil is dat de windturbine na de reparatie door [eiseres] in mei 2014 opnieuw defect is geraakt en dat na de reparatie door [eiseres] in september 2014 de windturbine op 3 oktober 2014 wederom is uitgevallen. [gedaagde] voert aan dat de reden van het wederom defect gaan is gelegen in ontoereikende reparaties door [eiseres] . Zij onderbouwt haar stelling met het rapport van [ZZZ] van 13 juli 2015. In dit rapport is neergelegd dat vastgesteld is dat de wikkelingen van het hoge toerental defect zijn. Als oorzaak hiervan wordt het volgende aangedragen:
“Uit de inspectie van de wikkelkop is gebleken dat de isolatie tussen twee deelspoelen van ongelijke spanning inderdaad onvoldoende is geweest en als gevolg daarvan onderling sluiting hebben gemaakt. Daarnaast is de isolatie op meerdere plaatsen deels doorgescheurd en verschoven, doordat het koord waarmee de wikkelkop gefixeerd is te hard was aangetrokken.”
[eiseres] stelt zich ten eerste op het standpunt dat de door [ZZZ] onderzochte windturbine generator niet uit de defecte windturbine komt, aangezien de serienummers verschillen. [gedaagde] heeft hiertegen aangevoerd dat er op de generator twee plaatjes met nummers zitten. Dit is ook zichtbaar op overgelegde foto’s bij het rapport van [ZZZ] . De verschillende serienummers zijn daarop ook te lezen. De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] , tegenover de betwisting door [eiseres] , voldoende onderbouwd heeft dat het dezelfde generator is.
Voorts heeft [eiseres] hiertegen aangevoerd dat het probleem zich inderdaad in de wikkelingen bevindt, zoals ook in haar eigen rapport van 10 november 2014 is verklaard, maar dat de reden van het telkens ontstaan van kortsluiting niet door een tekortkoming van haar kant is gekomen. Uit het door [YYY] gemaakte rapport van januari 2015 volgt dat er een fout zat in het koelsysteem van de windturbine. Daardoor konden geen langdurige testen gedaan worden. Voorts geeft [YYY] aan dat de oorzaak van beide storingen niet te achterhalen is, omdat er teveel gegevens van tijdens de storing en ontstane fout ontbreken om mogelijke oorzaken uit te sluiten. Vervolgens heeft [YYY] een meting uitgevoerd gedurende 21 dagen. De conclusie van het rapport is dat er geen afwijkingen zijn gevonden die geleid kunnen hebben tot het tweemaal toe defect gaan van de generator.
[eiseres] voert aan dat de herhaalde storingen kunnen komen door een schakelfout. Dit wordt ook door [AAA] verklaard. Of hiervan sprake is, kan volgens [eiseres] enkel beoordeeld worden indien alle data van de windturbine beschikbaar is. [gedaagde] heeft deze data niet afgegeven.
De kantonrechter overweegt dat [gedaagde] tegenover de gemotiveerde betwisting van [eiseres] onvoldoende bewezen heeft dat [eiseres] toerekenbaar tekort geschoten is in de nakoming van de overeenkomst. [gedaagde] heeft onvoldoende onderbouwd weersproken dat door een andere invloed, zoals een overbelasting door een foute schakeling, de gebruikte, in normale omstandige heden afdoende, isolatie in dit geval onvoldoende was.
Op grond van het voorgaande passeert de kantonrechter in de conventie het verweer van [gedaagde] dat er door [eiseres] toerekenbaar is tekortgeschoten. Dit betekent dat [gedaagde] gehouden is de factuur te betalen, met daarover de contractuele rente.
[eiseres] maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat aan de vereisten zoals gesteld in artikel 6:96 BW is voldaan. Daarmee is de vergoeding verschuldigd en zal het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen.
De proceskosten in conventie komen voor rekening van [gedaagde] omdat zij in het ongelijk wordt gesteld.
De vordering van [gedaagde] in reconventie zal gelet op het bovenstaande worden afgewezen. Nu tegenover de gemotiveerde betwisting door [eiseres] [gedaagde] onvoldoende bewezen heeft dat er sprake is geweest van een toerekenbare tekortkoming door [eiseres] , bestaat er geen grond waarop [eiseres] de factuur van mei 2014 aan [gedaagde] terug moet betalen en is [eiseres] ook niet aansprakelijk voor de door [gedaagde] gestelde (vervolg)schade.
De proceskosten in reconventie komen voor rekening van [gedaagde] omdat zij in het ongelijk wordt gesteld.

De beslissing

De kantonrechter:
In conventie:
- veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] van € 22.455,12 te vermeerderen met de contractuele rente over € 20.940,27 vanaf 24 april 2015 tot aan de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [eiseres] tot en met vandaag worden begroot op de volgende bedragen:
dagvaarding € 77,84
griffierecht € 196,00
salaris gemachtigde € 800,00
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde;
in reconventie:
- wijst de vordering van [gedaagde] af;
- veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [eiseres] tot en met vandaag worden begroot op € 700,00 aan salaris gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.