Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het exploot van dagvaarding van 11 december 2014 met negen producties;
- de conclusie van antwoord met vijf producties;
- het tussenvonnis van 29 april 2015;
- producties 10 tot en met 12 van de zijde van Alicante;
- het proces-verbaal van comparitie van 23 september 2015;
- de akte wijziging van eis;
- de akte uitlaten wijziging van eis.
2.De feiten
op straffe van een dwangsom
verboden “de onroerende zaken te vervreemden anders dan aan Alicante totdat onherroepelijk uitspraak is gedaan in een nog aan te spannen bodemprocedure over de verkoop van de onroerende zaken van [Achternaam gedaagde] aan Alicante (…).”
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 20.000,--, die strekten in mindering op de koopsom.
€ 76.000,-- een termijn was gesteld en ook de betaling van de achterstallige kosten en de overname van de hypotheekverplichting nog dienden plaats te vinden. Hieruit volgt dat Alicante, die al wel in het genot was gesteld van de onroerende zaken, eerst meerdere betalingsverplichtingen diende na te komen, voordat zij de eigendom van de onroerende zaken geleverd zou krijgen. Alicante staat aldus bloot aan de risico’s waartegen de Twhoz de huurkoper beoogt te beschermen. Dat niet aan alle verplichtingen een duidelijke termijn was verbonden, doet daar niet aan af. Daar komt voorts nog bij dat [Achternaam gedaagde] onvoldoende heeft betwist dat de daadwerkelijke hypotheekverplichting lager was dan de maandelijkse betaling van € 1.000,--, zodat aangenomen kan worden dat in dit bedrag een gedeelte aflossing van de koopprijs is begrepen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de overeenkomst voldoet aan een huurkoopovereenkomst als bedoeld in artikel 1 Twhoz, zodat zij wordt beheerst door de Twhoz. Dat de overeenkomst niet is vastgelegd in een notariële akte en niet is ingeschreven in de openbare registers, maakt dit niet anders, aangezien de rechtsgevolgen van deze gebreken in de Twhoz zijn beschreven en de gebreken niet van invloed zijn op de kwalificatie van de overeenkomst.