ECLI:NL:RBNHO:2016:276
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering curator inzake onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking in faillissement
In deze zaak heeft de curator van de failliete vennootschap De Graaf en De Boer B.V. een vordering ingesteld tegen Forhold B.V. De curator vorderde een terugbetaling van € 652.311,14, die volgens hem onterecht was betaald onder de noemer service- en beheerkosten. De curator stelde dat er geen basis was voor deze betalingen, omdat de huurovereenkomst geen bijkomende leveringen en diensten vermeldde. Forhold B.V. betwistte de vordering en voerde aan dat de betalingen op basis van de huurovereenkomst waren gedaan.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de curator niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de betalingen als voorschot op service- en beheerkosten konden worden gekwalificeerd. De enkele vermelding op de facturen was onvoldoende om de stelling van de curator te onderbouwen. Daarnaast oordeelde de kantonrechter dat er geen sprake was van onverschuldigde betaling, aangezien De Graaf de facturen zonder voorbehoud had betaald. De curator had ook een beroep gedaan op ongerechtvaardigde verrijking, maar de kantonrechter wees deze grondslag af, verwijzend naar de contractuele afspraken tussen partijen.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van de curator afgewezen en de curator veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Forhold B.V. Dit vonnis is op 14 januari 2016 uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.