ECLI:NL:RBNHO:2016:3083

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 januari 2016
Publicatiedatum
18 april 2016
Zaaknummer
14/700472-12
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlof tot tenuitvoerlegging van lijfsdwang wegens niet betalen ontnemingsbedrag

Op 22 mei 2015 is een vordering van de officier van justitie ingediend bij de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, met het verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging van lijfsdwang voor de duur van 90 dagen wegens het niet betalen van een ontnemingsbedrag. De veroordeelde, die niet aanwezig was op de zitting, had eerder aangegeven dat hij om gezondheidsredenen niet kon verschijnen, maar geen bezwaar had tegen behandeling van de zaak in zijn afwezigheid. De officier van justitie, mr. D. Sarian, was wel aanwezig.

De veroordeelde was eerder veroordeeld op 15 februari 2013 voor het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en was verplicht om een bedrag van € 16.192,50 te betalen aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Ondanks meerdere aanmaningen en pogingen tot het treffen van een betalingsregeling, had de veroordeelde geen betalingen verricht. Het CJIB had het dossier gesloten, omdat er geen sprake was van onmacht, maar van onwil.

De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie beoordeeld en geconcludeerd dat de veroordeelde, ondanks de mogelijkheden die hem zijn geboden, niet heeft voldaan aan zijn betalingsverplichtingen. De rechtbank heeft daarom besloten om het verlof tot tenuitvoerlegging van lijfsdwang voor de duur van 90 dagen te verlenen, in overeenstemming met de LOVS-oriëntatiepunten. De beschikking is gegeven door mr. J. van Beek en is openbaar uitgesproken op 25 januari 2016.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Alkmaar
Enkelvoudige raadkamer
Registratienummer: RK 15-002876
Parketnummer: 14/700472-12
Uitspraakdatum: 25 januari 2016
Beschikking(art. 577c Sv.)

1.Ontstaan en loop van de procedure

Op 22 mei 2015 is op de griffie van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, ingekomen een vordering van de officier van justitie, gedateerd 22 mei 2015, in de zaak tegen
[veroordeelde], veroordeelde,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] .
strekkende tot het verlenen van verlof tot tenuitvoerlegging van een lijfsdwang voor de duur van 90 dagen.
Op 25 januari 2016 is de vordering op een openbare zitting in raadkamer behandeld.
Veroordeelde is niet verschenen. Hij heeft voor de aanvang van de zitting de griffie van de rechtbank bericht dat hij om gezondheidsredenen de behandeling ter terechtzitting niet kon bijwonen maar geen bezwaar had tegen behandeling van de zaak buiten zijn aanwezigheid.
Wel was aanwezig de officier van justitie mr. D. Sarian.

2.Beoordeling

Bij onherroepelijk geworden vonnis van 15 februari 2013 van de politierechter in deze rechtbank is veroordeelde onder meer veroordeeld ter zake van: het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, aanhef en onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
Bij op 15 februari 2013 uitgesproken beslissing heeft de politierechter in deze rechtbank aan veroordeelde de verplichting opgelegd om ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel aan de Staat te betalen een bedrag ad € 16.192,50. Veroordeelde is tegen deze uitspraak niet in hoger beroep gegaan. De door deze rechtbank opgelegde ontnemings- maatregel is daardoor op 2 maart 2013 onherroepelijk geworden.
Het Centraal Justitieel Incassobureau (hierna: CJIB) heeft het dossier gesloten omdat volgens hen geen sprake is van onmacht, maar van onwil. Zij hebben veroordeelde meermalen aangeschreven in 2013, 2014 en 2015, waarop hij niet heeft gereageerd. In 2013 is via een gerechtsdeurwaarder een betalingsregeling getracht te treffen, maar veroordeelde heeft geen inzage willen geven in zijn financiële situatie.
De hiervoor genoemde vordering van de officier van justitie is eerder aanhangig gemaakt op de zitting van de enkelvoudige raadkamer van deze rechtbank van 6 juli 2015.
Op genoemde zitting heeft veroordeelde onder meer aangegeven een betalingsregeling te willen treffen met het CJIB. Teneinde deze betalingsregeling mogelijk te maken is op genoemde zitting het onderzoek geschorst voor onbepaalde tijd.
Bij schrijven van 21 oktober 2015 heeft het CJIB aan veroordeelde een betalingsregeling voorgesteld waarbij het bedrag van € 16.192,50 in 15 maandelijkse termijnen van minimaal € 1.000,00 en één laatste termijn van € 1.192,50 zou moeten worden voldaan. Daarbij hebben zij betrokken dat veroordeelde in juli 2015 € 8.000,-- op zijn bankrekening zou hebben ontvangen.
Bij schrijven van 28 december 2015 heeft het CJIB aan het arrondissementsparket Noord-Holland bericht dat veroordeelde opnieuw niet heeft gereageerd en dat het CJIB geen enkele betaling van veroordeelde heeft ontvangen.
Op grond van het bepaalde in artikel 577c, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering kan - indien de veroordeelde niet aan de hem opgelegde verplichting tot betaling van een geldbedrag aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel voldoet en volledig verhaal op grond van de artikelen 574 tot en met 576 op diens vermogen niet mogelijk is gebleken, de rechter op vordering van de officier van justitie verlof tot tenuitvoerlegging van lijfsdwang van ten hoogste drie jaar verlenen.
De officier van justitie heeft bij de voormelde behandeling in raadkamer aangevoerd, dat het openbaar ministerie persisteert bij de vordering tot verlening van verlof tot tenuitvoerlegging van een lijfsdwang voor de duur van 90 dagen, aangezien veroordeelde – hoewel daartoe ruimschoots in de gelegenheid gesteld – op geen enkele wijze betalingen heeft verricht ter voldoening van het ontnemingsbedrag.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel, dat de vordering overeenkomstig de door de rechtbank gehanteerde LOVS-oriëntatiepunten in voege als na te melden behoort te worden ingewilligd.

3.Beslissing

De rechtbank:
wijst de vordering van de officier van justitie toe;
verleent verlof tot tenuitvoerlegging van lijfsdwang van [veroordeelde] , voornoemd, voor de duur van 90 dagen;

4.Samenstelling enkelvoudige kamer en uitspraakdatum

Deze beschikking is gegeven door
mr. J. van Beek, rechter,
in tegenwoordigheid van W. Veenstra, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 25 januari 2016.