ECLI:NL:RBNHO:2016:3443
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- P.H.B. Littooy
- W.T. Delleman
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van de rechter na einduitspraak in hoofdzaak
Op 19 februari 2016 heeft verzoekster een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. A.H. Schotman, de rechter in de hoofdzaak met zaaknummer C 15/237809 / KG ZA 16/19. Dit verzoek is gedaan nadat op 18 februari 2016 uitspraak is gedaan in de hoofdzaak. De wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland heeft geoordeeld dat het verzoek tot wraking kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het verzoek niet is ingediend vóór de einduitspraak in de hoofdzaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster op 16 februari 2016 het verzoek heeft gedateerd, maar dat dit verzoek pas op 19 februari 2016 door de griffie is ontvangen. De rechtbank heeft opgemerkt dat verzoekster op de hoogte was van de datum van de uitspraak in de hoofdzaak, die aanvankelijk op 15 februari 2016 was gepland, maar later is uitgesteld naar 18 februari 2016. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking buiten behandeling gesteld op grond van de kennelijke niet-ontvankelijkheid, conform het wrakingsprotocol van de rechtbank. De beslissing is openbaar uitgesproken op 22 februari 2016, waarbij tegen deze beslissing geen rechtsmiddel openstaat.