ECLI:NL:RBNHO:2016:3769

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 maart 2016
Publicatiedatum
9 mei 2016
Zaaknummer
4747313 OA VERZ 16-10
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • P.G. Vroom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging ontslag op staande voet en niet-ontvankelijkheid verzoeker

In deze zaak heeft een werknemer verzocht om het ontslag op staande voet dat door Telegraaf Mediagroep N.V. (TMG) was gegeven, nietig te verklaren. De werknemer, die niet ter zitting verscheen, stelde dat er geen dringende reden voor het ontslag was. TMG voerde aan dat de werknemer nooit in dienst was bij hen, maar bij Dichtbij B.V., de rechtsvoorgangster van Webregio B.V. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer niet in dienst was bij TMG, maar bij Dichtbij B.V., en dat het verzoek daarom gericht was tegen de verkeerde partij. De kantonrechter verklaarde de werknemer niet-ontvankelijk in zijn verzoek en besliste dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt. De beschikking werd uitgesproken op 16 maart 2016.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 4747313 \ OA VERZ 16-10 BL
Uitspraakdatum: 16 maart 2016
Beschikking in de zaak van:
[naam],
wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: [de werknemer]
gemachtigde: aanvankelijk mr. A.C.E.G. Cordesius, advocaat te ’s-Gravenhage, die zich bij brief van 24 februari 2016 heeft onttrokken
tegen
Telegraaf Mediagroep N.V.,
gevestigd te Amsterdam
verwerende partij
verder te noemen: TMG
gemachtigde: mr. E.H. Damen, advocaat te Amsterdam

1.Het procesverloop

1.1.
[de werknemer] heeft een verzoek gedaan om het door TMG gegeven ontslag op staande voet nietig te verklaren, dan wel te vernietigen, dan wel de onrechtmatige, onregelmatige opzegging uit te spreken. TMG heeft een verweerschrift ingediend.
1.2.
Op 2 maart 2016 heeft een zitting plaatsgevonden. [de werknemer] is niet ter zitting verschenen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat TMG ter toelichting van haar standpunt naar voren heeft gebracht.

2.De feiten

2.1.
[de werknemer], geboren op [datum], is op 1 augustus 2012 in dienst getreden bij Webregio B.V. te Purmerend, zijnde de rechtsvoorgangster van Dichtbij B.V. De arbeidsovereenkomst is aangegaan voor bepaalde tijd, tot en met 31 oktober 2012. Nadien is de arbeidsovereenkomst voortgezet voor onbepaalde tijd.
2.2.
Op 16 november 2015 is [de werknemer] op staande voet ontslagen.

3.Het verzoek

3.1.
[de werknemer] verzoekt de kantonrechter het ontslag op staande voet nietig te verklaren, dan wel te vernietigen, dan wel de onrechtmatige, onregelmatige opzegging uit te spreken, met veroordeling van TMG in de proceskosten. Aan dit verzoek legt [de werknemer] ten grondslag – kort weergegeven – dat geen sprake is van een dringende reden voor ontslag op staande voet.

4.Het verweer

4.1.
TMG verweert zich tegen het verzoek en voert daartoe – samengevat – aan dat TMG niet de werkgever is van [de werknemer], zodat [de werknemer] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzoek.

5.De beoordeling

5.1.
Het verzoek dat [de werknemer] op 12 januari 2016 heeft ingediend is gericht tegen TMG. TMG stelt zich op het standpunt dat [de werknemer] nooit bij haar in dienst is geweest, maar in dienst was bij (aanvankelijk) Webregio B.V., die in rechte is opgevolgd door Dichtbij B.V. Ter onderbouwing van haar standpunt wijst TMG op de door haar in het geding gebrachte arbeidsovereenkomst waarin Webregio B.V. als werkgever is aangeduid en waarop het logo van Dichtbij is afgebeeld. Verder verwijst TMG naar de door [de werknemer] overgelegde salarisspecificatie en correspondentie, waarop bovenaan weliswaar het logo van TMG is afgebeeld, maar steeds wordt afgesloten met Dichtbij B.V. en de adresgegevens van Dichtbij B.V. te Alkmaar, waaruit volgt dat de brieven zijn verstuurd vanuit Dichtbij B.V. TMG sluit geen arbeidsovereenkomsten en Dichtbij B.V. is een ‘achterkleindochter’, aldus TMG. De ontslagbrief van 16 november 2015 is ondertekend door [x], directeur van Dichtbij B.V.
5.2.
Mr. Cordesius heeft zich op 24 februari 2016 onttrokken als gemachtigde van [de werknemer], maar heeft hem wel op de hoogte gesteld van de zitting en het door TMG indiende verweerschrift aan hem doorgezonden. [de werknemer] is niet ter zitting verschenen en ook anderszins is niets meer van [de werknemer] vernomen. Daarmee is het gemotiveerde verweer van TMG niet weersproken en moet als vaststaand worden aangenomen dat [de werknemer] niet in dienst was bij TMG, maar bij Dichtbij B.V.
5.3.
Dit houdt in dat het verzoek van [de werknemer] is gericht tegen de verkeerde partij, zodat [de werknemer] daarin niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
5.4.
Gelet op de aard en uitkomst van de zaak, is de kantonrechter van oordeel dat het redelijk is dat partijen ieder hun eigen proceskosten dragen.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
verklaart [de werknemer] niet-ontvankelijk in zijn verzoek;
6.2.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
Deze beschikking is gewezen door mr. P.G. Vroom, kantonrechter en op 16 maart 2016 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter