ECLI:NL:RBNHO:2016:3920

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 juni 2016
Publicatiedatum
11 mei 2016
Zaaknummer
468210 / CV EXPL 15-10663 (H.K.)
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • S.B. Rip
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verweven rechtsverhouding tussen leasemaatschappij en lessee met betrekking tot leaseovereenkomst en vertegenwoordiging

In deze zaak heeft Grenkefinance N.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens het niet betalen van lease termijnen voor een espressomachine. De leaseovereenkomst werd op 19 augustus 2014 gesloten, maar [gedaagde] heeft de betaling gestaakt en de machine niet geretourneerd na ontbinding van de overeenkomst door Grenkefinance op 18 september 2015. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de rechtsverhouding tussen [gedaagde] en Grenkefinance zo verweven is met die tussen [gedaagde] en de leverancier Volle Smaak, dat [gedaagde] erop mocht vertrouwen dat de vertegenwoordiger van Volle Smaak, [X], bevoegd was om namens Grenkefinance te handelen. De kantonrechter oordeelt dat de leaseovereenkomst met wederzijds goedvinden is beëindigd en dat Grenkefinance geen recht heeft op betaling van de lease termijnen. Wel is [gedaagde] verplicht de geleasede espressomachine terug te geven aan Grenkefinance. De proceskosten worden aan Grenkefinance opgelegd, omdat zij grotendeels ongelijk heeft gekregen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 468210/ CV EXPL 15-10663
Uitspraakdatum: 1 juni 2016
Vonnis in de zaak van:
De naamloze vennootschap Grenkefinance N.V.,
statutair gevestigd te Maasbree en kantoorhoudende te Vianen
eiseres
verder te noemen: Grenkefinance
gemachtigde: mr M.F.J. van Os advocaat te Eindhoven
tegen
[naam] ,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Grenkefinance heeft bij dagvaarding van 4 december 2015 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord. Bij brief van 20 april 2016 heeft Grenkefinance nog een aantal producties opgestuurd.
1.2.
Op 3 mei 2016 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

2.De feiten

2.1.
Grenkefinance houdt zich bezig met het in lease geven van roerende zaken aan ondernemingen die gebruik wensen te maken van een bepaalde roerende zaak, doch die zaak niet wensen te kopen om financiële en/of andere overwegingen. Een dergelijke onderneming kan zich in een dergelijk geval tot Grenkefinance wenden om een leaseovereenkomst te sluiten. Grenkefinance koopt, indien de leaseovereenkomst tot stand komt, de specifieke zaak van de leverancier en leaset deze vervolgens aan de lessee.
2.2.
De leaseovereenkomst komt doorgaans tot stand doordat de lessee aan Grenkefinance verzoekt, middels een door Grenkefinance opgestelde standaard contractformulier en met tussenkomst van de leverancier, een leaseovereenkomst te sluiten. Indien Grenkefinance daartoe bereid is, wordt, na definitief akkoord, de betreffende zaak door Grenkefinance van de leverancier gekocht. De leverancier stuurt ter zake van de koop een factuur aan Grenkefinance. De factuur wordt voldaan, mits aan Grenkefinance wordt bevestigd dat aflevering bij lessee van de betreffende zaak heeft plaatsgevonden. De bevestiging geschiedt middels ondertekening van een afgiftebevestiging-formulier door lessee, waarin hij bevestigt dat hij de geleasede zaken in volledige, correcte en functionele staat heeft ontvangen en dat die voldoet aan de specificatie.
2.3.
[gedaagde] heeft op of omstreeks 19 augustus 2014 op de onder 2.1. en 2.2. omschreven wijze een leaseovereenkomst gesloten met Grenkefinance. Uit hoofde van deze overeenkomst heeft Grenkefinance een espresso machine, de espresso 100, aan [gedaagde] geleased.
2.4.
Het leasecontract is aan [gedaagde] ter hand gesteld door een medewerker van Volle Smaak, een zekere [X] . Bij het aangaan van de overeenkomst heeft [gedaagde] geen contact gehad met medewerkers van Grenkefinance.
2.5.
Aan deze [X] heeft [gedaagde] omstreeks december 2014 laten weten dat er liquiditeitsproblemen waren en dat hij zijn meubel showroom moest verlaten. In die showroom werd de espressomachine gebruikt
2.6.
De leaseovereenkomst is voor een looptijd van 72 maanden aangegaan, ingaande 1 januari 2015. Als leaseprijs is een maandelijks bedrag van € 121,00 inclusief btw overeengekomen.
2.7.
[gedaagde] heeft de espresso machine van de leverancier Volle Smaak B.V. op 26 november 2014 in goede staat ontvangen.
2.8.
[gedaagde] heeft de betaling van de lease termijnen aan Grenkefinance gestaakt.
2.9.
De leaseovereenkomst is door Grenkefinance bij brief van 18 september 2015 ontbonden.
2.10.
[gedaagde] heeft de espressomachine niet geretourneerd.
2.11.
De espressomachine is in januari 2015 door medewerkers van Volle Smaak, waaronder [X] , afgekoppeld.
2.12.
Grenkefinance heeft ter verzekering van haar rechten beslag doen leggen op een onroerende zaak van [gedaagde] .

3.De vordering

3.1.
Grenkefinance vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 8.694,10, althans een in goede justitie te betalen bedrag en tot afgifte van de door Grenkefinance aan [gedaagde] geleasede apparatuur, zulks binnen 2 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis en op straffe van een dwangsom van € 250,00 voor iedere dag dat [gedaagde] hiermee geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft en voorts [gedaagde] te veroordelen in de kosten van de procedure, die van het gelegde beslag daaronder begrepen.
3.2.
Grenkefinance legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij vanwege het uitblijven van betaling zijdens [gedaagde] zich genoodzaakt heeft gezien de leaseovereenkomst bij brief van 18 september 2015 te ontbinden, waarbij zij op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden aanspraak heeft gemaakt op de achterstallige termijnen en de toekomstige termijnen, te vermeerderen met rente en buitengerechtelijke incassokosten.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] voert aan dat hij van meet af aan alleen te maken heeft gehad met Volle Smaak. Pas in een later stadium is hem gebleken dat er meerdere partijen bij de overeenkomst betrokken waren, waaronder Grenkefinance en Volle Smaak. Dit is nooit uitdrukkelijk verteld tijdens het verkoopgesprek.
4.2.
[gedaagde] stelt dat een nadere overeenkomst tot stand is gekomen. In verband met het feit dat hij de showroom diende te verlaten is met [X] van Volle Smaak afgesproken, in bijzijn van derden, dat de espressomachine omgeruild zou worden voor een kleiner exemplaar. Immers, [gedaagde] kon wegens zijn bedrijfsomstandigheden de grotere machine niet meer gebruiken. Deze is dan ook afgekoppeld door medewerkers van Volle Smaak. [gedaagde] kon door een kleinere machine te leasen zijn maandelijks financiële verplichtingen verlagen. Grenkefinance heeft zich niet aan deze overeenkomst gehouden. .
4.3.
Grenkefinace heeft het verweer van [gedaagde] bestreden.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter begrijpt de stellingen van [gedaagde] aldus dat hij op grond van deze nadere overeenkomst niet gehouden was te betalen aan Grenkefinance. Immers die eerste overeenkomst werd met wederzijds goedvinden beëindigd. De tweede overeenkomst is Grenkefinance niet nagekomen.
5.2.
Tussen partijen is in geschil of [gedaagde] gehouden is tot betaling van de uit hoofde van de leaseovereenkomst de dato 19 augustus 2014 verschuldigde leasetermijnen
5.3.
Met betrekking tot de verwevenheid van de rechtsverhoudingen tussen [gedaagde] en Volle Smaak enerzijds en [gedaagde] en Grenkefinance anderzijds overweegt de kantonrechter het volgende. De beide overeenkomsten zijn tot stand gekomen doordat een zekere [X] van Volle Smaak zich tot [gedaagde] heeft gewend en de tussen [gedaagde] en Volle Smaak daaruit tot stand gekomen overeenkomst heeft gecombineerd met een aanbod namens Grenkefinance om de espressomachine aan [gedaagde] te verhuren. In de overeenkomst tussen [gedaagde] en Volle Smaak wordt daaromtrent opgemerkt dat het geheel pas ingaat na akkoord van de leasemaatschappij. Aldus danken de beide overeenkomsten hun bestaan aan elkaar. Zowel Volle Smaak als Grenkefinance hadden er belang bij dat [gedaagde] de overeenkomst met de ander sloot. Hierbij komt dat Grenkefinance het aan Volle Smaak heeft overgelaten om aan [gedaagde] het aanbod tot huur van de apparatuur te doen. Bij het aangaan van de lease overeenkomst is er geen enkel contact geweest tussen [gedaagde] en Grenkefinance. Deze gang van zaken brengt naar het oordeel van de kantonrechter mee dat de rechtsverhouding tussen [gedaagde] en Grenkefinance zozeer met die tussen [gedaagde] en Volle Smaak is verbonden, dat [gedaagde] er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat [X] , degene die de machine heeft afgekoppeld, bevoegd was om, mede namens Grenkefinance een kleinere en goedkopere machine aan te bieden. Grenkefinance heeft op zijn minst de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid gewekt. Al hetgeen in de lease overeenkomst anders (in zeer kleine letters) is vermeld doet aan het voorgaande niet af. Het had gelet op de omstandigheden op de weg van Grenkefinace gelegen [gedaagde] er uitdrukkelijk op te wijzen dat [X] niet bevoegd was namens haar op te treden.
5.4.
Naar het oordeel van de kantonrechter is genoegzaam komen vast te staan dat tussen [gedaagde] en [X] is afgesproken dat de grote machine voor een kleinere zou worden omgewisseld. Daarmee staat vast dat het aanvankelijk gesloten leasecontract met wederzijds goedvinden is beëindigd. Weliswaar heeft Grenkefinance in dit verband betoogd dat door [gedaagde] een eenzijdige aanvraag is gedaan voor een tweede machine en dat deze aanvraag door haar werd afgewezen, doch de kantonrechter verwerpt dit standpunt als ongeloofwaardig. Immers, vaststaat dat [X] de eerste machine heeft afgekoppeld in verband met het feit dat [gedaagde] de meubelshowroom op dat adres zou sluiten. Niets is gesteld of gebleken op grond waarvan aangenomen zou moeten worden dat [gedaagde] niettemin een extra tweede machine wilde. Grenkefinance heeft ook nagelaten de door haar gestelde eenzijdige aanvraag welke door [gedaagde] zou zijn gedaan in het geding te brengen. Nu Grenkefinance heeft nagelaten de vervangende machinde te leverren heeft zij evenmin recht op betaling van leasetermijnen op grond van een andere overeenkomst.
5.5.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van Grenkefinance tot betaling van de gevorderde huurtermijnen en kosten zal afwijzen. De ontbinding van de lease-overeenkomst brengt wel mee dat [gedaagde] de espressomachine dient terug te leveren aan Grenkefinance. Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen ziet de kantonrechter echter geen aanleiding hieraan een dwangsom te verbinden.
5.6.
De proceskosten komen voor rekening van Grenkefinance omdat zij (voor het overgrote deel) ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Grenkefinance binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis de geleasede espressomachine ter beschikking te stellen;
6.2.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.3.
wijst de vordering voor het overige af;
6.4.
veroordeelt Grenkefinance tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [gedaagde] worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr S.B. Rip kantonrechter en op 1 juni 2016 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter