Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.[Voornamen eiseres sub 1] [Achternaam eiseres sub 1] ,
[Voornamen eiser sub 2] [Achternaam eiser sub 2],
GEMEENTE [Naam gemeente],
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 april 2015, met producties 1 tot en met 14,
- de conclusie van antwoord tevens houdende (voorwaardelijke) conclusie van eis in reconventie, met producties G1 tot en met G7,
- het tussenvonnis van 15 juli 2015,
- de incidentele conclusie tot gevoegde/gezamenlijke behandeling van de zijde van [Eiser sub 1 en sub 2] van 12 augustus 2015,
- de conclusie van antwoord in het incident tot gevoegde behandeling tevens houdende akte tot referte waar het een verzoek tot rolvoeging zou betreffen van 26 augustus 2015,
- de akte verzoek tot rolvoeging van de zijde van [Eiser sub 1 en sub 2] van 9 september 2015,
- het verzoek van [Eiser sub 1 en sub 2] om doorhaling van het incident per roldatum 23 september 2015 en om verwijzing naar de rol voor voortprocederen,
- het bericht van de gemeente dat wordt ingestemd met doorhaling van het incident en verwijzing naar de rol voor voortprocederen,
- de (administratieve) rolvoeging van deze zaak met de zaak [Kenmerk] ,
- het tussenvonnis van 2 december 2015,
- het proces-verbaal van comparitie van 9 maart 2016, waarbij deze zaak gelijktijdig met zaak [Kenmerk] is behandeld, en de in het proces-verbaal genoemde stukken.
2.De feiten2.1. [Achternaam eiseres sub 1] is sinds 16 september 2014 eigenaar van het pand gevestigd aan de [Straat 1] [nr] en [nr x] te ( [Postcode] ) De [Plaats 3] , kadastraal bekend gemeente [Naam gemeente] , [sectie en nummer] (hierna: het pand). In het pand wordt al vele jaren een eetcafé geëxploiteerd, genaamd [Eetcafé] (hierna: [Eetcafé] ).
3.Het geschil
I. voor recht verklaart dat [Achternaam eiseres sub 1] door verjaring eigenaar is geworden van de stroken grond gemeten vanaf de voorgevel van [Eetcafé] tot 3,70 meter uit de voorgevel, voor zover deze stroken verder strekken dan de gronden in eigendom van [Achternaam eiseres sub 1] zelf, althans dat de erfgrens loopt vanaf 3,70 meter vanuit de voorgevel van [Eetcafé] gemeten en de gemeente veroordeelt medewerking te verlenen aan de kadastrale vastlegging van deze erfgrens en de gemeente veroordeelt om te gehengen en gedogen dat [Eiser sub 1 en sub 2] de roodkleurige bestrating (recentelijk) aangebracht door de gemeente verwijdert en vervangt door haar eigen bestrating, gemeten vanaf 3,70 meter vanuit de voorgevel van [Eetcafé] , althans ter zake een beslissing in goede justitie neemt, en
II. de gemeente verbiedt om de muur c.q. eigendommen van [Eiser sub 1 en sub 2] zoals geplaatst middels de door de gemeente verstrekte bouwvergunningen op welke wijze dan ook aan te tasten en/of te verplaatsen, één en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag of gedeelte van een dag dat niet wordt voldaan aan het vonnis met een maximum van € 50.000,-,
III. met veroordeling van de gemeente in de kosten van dit geding, waaronder salaris advocaat en nakosten.
De gemeente stelt verder dat geen sprake is van inbezitneming, die aan de daartoe te stellen eisen voldoet. Tot 20 januari 2015, het moment waarop [Achternaam eiseres sub 1] aan de gemeente kenbaar maakte dat zij meent eigenaar te zijn van de strook grond, hoefde de gemeente geen rekening te houden met de omstandigheid dat men bij [Eetcafé] gemeentegrond zonder recht of titel zou gebruiken. Naar de mening van de gemeente is het uitzetten van een terras en het exploiteren daarvan geen vorm van eigendomspretentie. Hetzelfde geldt voor de plaatsing van de terrasmuur en het terrasschot. Omdat [Achternaam eiseres sub 1] de gemeente in januari 2015 heeft laten weten dat zij meent eigenaar te zijn, dienen de plaatsing van de terrasmuur, het steeds uitzetten van het terras, het aanleggen van een vetput en de gestelde bestrating allemaal verricht te zijn vóór 1995, hetgeen [Achternaam eiseres sub 1] niet heeft bewezen. Volgens de gemeente staat bovendien allerminst vast dat het terras altijd op dezelfde plaats heeft gestaan, op dezelfde manier uit is gezet, zodat ook niet vaststaat dat zich steeds op dezelfde grond een verjaring zou hebben voltrokken. De terrasafscheidingen verbieden, aldus de gemeente, ook niet de toegang op een zodanige manier dat de gemeente de toegang wordt ontzegd tot haar eigen bezit. Gedogen van het terras op gemeentegrond betekent, aldus de gemeente, geen bezitsverlies. De gemeente betwist dat enig vertrouwen is gewekt aangaande een andere erfgrens dan de in het kadaster geregistreerde grens.
I. voor recht te verklaren dat de gemeente eigenaar is van de 90 cm-strook aan de [Straat 1] voor huisnummer [nr] en [nr x] in De [Plaats 3] , zodat dit deel uitmaakt van haar eigendom en niet van de onroerende zaak aan [Straat 1] [nr] en [nr x] in De [Plaats 3] kadastraal bekend gemeente [Naam gemeente] , [sectie en nummer] ,
II. [Achternaam eiseres sub 1] en [Achternaam eiser sub 2] te veroordelen de door hen of een van hen aangebrachte terrasscheidingsmuur te verwijderen en verwijderd te houden voor zover deze zich bevindt op of boven de 90-cm-strook grond die aangegeven is op de kadastrale kaart die als productie 4 bij dagvaarding in het geding is gebracht, dit op straffe van een dwangsom van € 1.000,- voor elke dag dat [Achternaam eiseres sub 1] of [Achternaam eiser sub 2] zich niet aan deze veroordeling houdt, tot een maximum van € 25.000,-,
althans
te gehengen en gedogen dat de gemeente de door [Achternaam eiseres sub 1] althans door haar huurder [Achternaam eiser sub 2] aangebrachte althans in stand gehouden terrasscheidingsmuur verwijdert op kosten van [Eiser sub 1 en sub 2] en
III. [Achternaam eiseres sub 1] en [Achternaam eiser sub 2] te gebieden het bedoelde of een soortgelijk terrasschot niet anders dan na voorafgaande, schriftelijke toestemming van de gemeente terug te plaatsen en dus verwijderd te houden, dit op straffe van een dwangsom van € 1.000,- voor elke dag dat [Achternaam eiseres sub 1] of [Achternaam eiser sub 2] zich niet aan dit gebod houdt, tot een maximum van € 25.000,-,
met veroordeling van [Achternaam eiseres sub 1] en [Achternaam eiser sub 2] ieder voor zich in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente bij niet tijdige betaling van deze kosten.
4.De beoordeling
- salaris advocaat €
904,00(2 punten × factor 1 x tarief € 452)
4.20. De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld, te vermeerderen met de wettelijke rente als door de gemeente gevorderd.