Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Ontstaan en loop van de procedure
2.Beoordeling
waarheidsvindingen eventuele verbeurdverklaring m(art. 94 Sv).
conservatoirbeslag gelegd tot bewaring van het recht van verhaal tot maximaal € 1.490.066,08.
Rechtbank Noord-Holland
Op 7 april 2016 is een klaagschrift ingediend door mr. J.W. Bloem, gemachtigde van de klager, met het verzoek tot opheffing van het beslag op een Mercedes Benz CLA 200, kenteken [1-ABC-23]. Dit beslag was gelegd in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar witwassen. De rechtbank heeft op 9 mei 2016 de zaak behandeld, maar klager en zijn raadsman waren niet aanwezig. De officier van justitie, mr. W.J. Veldhuis, was wel aanwezig en verzet zich tegen de teruggave van de auto. De rechtbank heeft het verzoek tot aanhouding van de behandeling afgewezen en de zaak inhoudelijk beoordeeld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende verdenking bestaat van een misdrijf waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd. Dit betreft een brandstichting van een boerderij, waarvan de verzekeringsgelden door de verdachte zijn aangewend, wat aanleiding gaf tot verdenking van witwassen. De rechtbank concludeert dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter later de verbeurdverklaring van de in beslag genomen auto zal bevelen. De rechtbank heeft daarom het klaagschrift ongegrond verklaard, omdat het belang van strafvordering zich verzet tegen de opheffing van het beslag.
De beschikking is gegeven door mr. L.J. Saarloos en is openbaar uitgesproken op 23 mei 2016. Tegen deze beslissing staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad, binnen veertien dagen na betekening van de beschikking.