Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
KernDe kern van de ontstane spanningen wordt verschillend geduid en beleefd. Maar de hoofdlijnen zijn wel duidelijk en cirkelen rondom enkele personen, het gebrek aan vertrouwen, daardoor slechte communicatie en verschillen in karakters. Omgaan met emoties is voor sommigen moeilijk en veroorzaakt ook spanningen. Voor een aantal speelt het verschil in kerkbeleving een rol, met als exponenten enerzijds de ‘gewone’ zondagse, meer liturgische kerkdienst en anderzijds de gezinsviering die als meer van onderop wordt beleefd.
1. Dat [werknemer] geen werkzaamheden meer uitvoert buiten de tijden van haar aanstelling (40% van een fulltime werkweek), ook niet als vrijwilliger binnen de kerk; de invulling van deze 40% wordt in mei of juni 2015 in overleg met [werknemer] vastgesteld op basis van [werknemers] werkverslag;
Beperkingen” het volgende: “
Werken onder hierarchische druk, omgaan met conflicten, werken met mensen in conflictueuze verhoudingen.”
Tot onze spijt heeft [de mediator] te kennen gegeven dat de mediation is mislukt. Dat betekent dat er nu twee mogelijkheden zijn: ofwel we gaan uit elkaar (beëindiging van de arbeidsovereenkomst), ofwel je gaat weer aan het werk. Wij van onze kant hopen dat je weer aan het werk gaat en we hopen dat je daar weer plezier in krijgt. Uitgangspunt is datgene wij als kerkenraad van jou verwachten qua werkzaamheden en professionele houding (zie bijlage).
a. Binnen de aanstelling van 14,4 uur als jongerenwerker- Basiswerkzaamheden binnen het jeugdwerk invullen en verder uitbouwen, aansturen en coördineren (…).- Zowel plaatselijk als bovenplaatselijk samenwerken. (…) Contacten leggen met scholen. (…)b. In het kader van vrijwilligerswerk- Binnen onze kerkelijke gemeente alleen vrijwilligerswerk uitvoeren na overleg en afspraak met de kerkenraad, zodat de kerkenraad deze vrijwilligersactiviteiten kan inpassen in het totaal van activiteiten binnen de kerk. (…)
3.Het verzoek
Ten aanzien van de transitievergoeding stelt PG Castricum dat een wachtgeldregeling van toepassing is en dat de transitievergoeding ad € 5.382,14 dient te worden verrekend met het wachtgeld op grond van artikel 4a Wachtgeld- en Suppletieregeling. Daarnaast heeft [de werknemer] recht op een vergoeding van € 1.000,- in verband met om- en bijscholing op grond van de Regeling Mobiliteitsbudget.
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Een dergelijke situatie doet zich hier niet voor. Daarover wordt het volgende overwogen. [de werknemer] stelt dat PG Castricum ernstig verwijtbaar heeft gehandeld omdat hij niet adequaat heeft willen werken aan de verstoorde arbeidsverhoudingen en welbewust een dossier heeft opgebouwd zonder [de werknemer] daadwerkelijk een kans te geven. Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat PG Castricum meerdere pogingen heeft verricht om tot een oplossing te komen. Immers als onbetwist staat vast dat de voormalig voorzitter van de kerkenraad vele gesprekken heeft gevoerd met [de werknemer]. Daarnaast staat vast dat PG Castricum een gemeenteadviseur heeft ingeschakeld, er een time-out en 8 mediationsessies hebben plaatsgevonden, hetgeen niet tot een oplossing heeft geleid. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen aan de kant van PG Castricum.