Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten
3.Beoordeling van het verzoek
4.Beslissing
’s-Gravenhage.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 1 juni 2016 uitspraak gedaan over de erkenning van een adoptie die in Taiwan heeft plaatsgevonden. Verzoekers, een echtpaar, hadden toestemming gekregen van de Minister van Justitie voor het opnemen van een buitenlands kind ter adoptie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de adoptie in Taiwan is uitgevoerd volgens de geldende wetgeving en dat de adoptie voldoet aan de voorwaarden voor erkenning in Nederland. De rechtbank heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand gelast om de adoptie te erkennen en de geboorteakte van de minderjarige in te schrijven.
Daarnaast hebben verzoekers verzocht om de omzetting van de zwakke adoptie naar het recht van Taiwan in een sterke adoptie naar Nederlands recht. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de familierechtelijke betrekkingen tussen de minderjarige en haar biologische ouders niet zijn verbroken door de adoptie in Taiwan, waardoor de omzetting niet mogelijk is. Het verzoek tot omzetting is afgewezen. De rechtbank heeft ook de geslachtsnaam en voornamen van de minderjarige vastgesteld, en gelast dat deze gegevens worden ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een termijn van drie maanden gesteld voor het instellen van hoger beroep, indien daartegen geen bezwaar is gemaakt. De zaak benadrukt de complexiteit van internationale adopties en de noodzaak om te voldoen aan zowel lokale als internationale wetgeving.