ECLI:NL:RBNHO:2016:4501

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 juni 2016
Publicatiedatum
31 mei 2016
Zaaknummer
5081789
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming wegens geluidsoverlast in kort geding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 9 juni 2016 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een stichting (eiseres) en een huurder (gedaagde) over ontruiming van een woning wegens geluidsoverlast. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. D.A.I. Damsma, heeft de gedaagde op 18 mei 2016 gedagvaard. De mondelinge behandeling vond plaats op 26 mei 2016. De gedaagde huurde sinds 30 april 2015 een woning voor € 691,50 per maand, maar veroorzaakte ernstige geluidsoverlast, wat leidde tot meerdere klachten van omwonenden. De eiseres heeft de gedaagde meerdere keren aangesproken op zijn gedrag, maar de overlast bleef aanhouden.

De eiseres vorderde in kort geding ontruiming van de woning en betaling van huur voor elke maand dat de gedaagde na 31 mei 2016 in de woning zou blijven. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van stelselmatig ernstige geluidsoverlast, vooral 's nachts, en dat de gedaagde onvoldoende had gedaan om de overlast te stoppen. De rechter oordeelde dat de belangen van de omwonenden zwaarder wogen dan de belangen van de gedaagde, die vreesde met zijn huisdieren op straat te komen staan. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot ontruiming van de woning en betaling van de proceskosten aan de eiseres.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton – locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 5081789 \ VV EXPL 16-92
datum uitspraak: 9 juni 2016

VONNIS VAN DE KANTONRECHTER IN KORT GEDING

inzake

de stichting[eiseres]

te [plaats]
eiseres
hierna te noemen [eiseres]
gemachtigde mr. D.A.I. Damsma
tegen

[gedaagde]

te [plaats]
gedaagde
hierna te noemen [gedaagde]
procederend in persoon.

De procedure

[eiseres] heeft [gedaagde] gedagvaard op 18 mei 2016. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 26 mei 2016. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht.

De feiten

[gedaagde] is op 30 april 2015 met [eiseres] een huurovereenkomst aangegaan met betrekking tot de zelfstandige woning aan het adres [adres] , hierna: de woning. [gedaagde] huurt de woning voor € 691,50 bruto per maand.
Bij brief van 17 augustus 2015 heeft [eiseres] aan [gedaagde] geschreven dat zij klachten heeft ontvangen over [gedaagde] van de omwonenden van [gedaagde] . Deze brief is geadresseerd aan een postbus te Culemborg.
Bij brieven van 21 december 2015, 22 februari 2016 en 29 februari 2016 heeft [eiseres] wederom [gedaagde] aangeschreven over klachten van overlast. Deze brieven zijn geadresseerd aan de woning.
Bij aangetekende brief van 21 april 2016 heeft mr. Damsma [gedaagde] aangeschreven over de klachten van ernstige geluidsoverlast die [eiseres] heeft ontvangen over [gedaagde] . [eiseres] heeft [gedaagde] gesommeerd om de huur op te zeggen.

De vordering

[eiseres] vordert bij wijze van voorlopige voorziening (samengevat) veroordeling van [gedaagde] tot - ontruiming van de woning aan [adres] met het zijne en de zijnen en de woning te verlaten en met afgifte der sleutels en achterlating van al wat tot het gehuurde behoort in behoorlijke staat ter vrije en algehele beschikking van [eiseres] te stellen;
-betaling aan [eiseres] een bedrag van € 691,50 voor iedere maand dat hij de woning na 31 mei 2016 in gebruik houdt;
- de kosten van dit geding, waaronder de nakosten.
[eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] zich niet als goed huurder gedraagt nu hij ernstig overlast veroorzaakt. Er is sprake van ernstige geluidsoverlast. Eerst betrof dit muziek en geschreeuw, later hard gepraat en geschreeuw in de nacht. De kans op voortduring van de overlast is aanmerkelijk. [gedaagde] is meerdere malen aangesproken op de door hem veroorzaakte overlast, maar hij blijft overlast veroorzaken.

Het verweer

[gedaagde] betwist de vordering en voert aan dat hij zijn geluidsboxen al heeft weggedaan. Hij vind het lastig om alleen te wonen en nodigt daarom vaak vrienden uit. Er wordt niet geschreeuwd in de woning. Vrienden die overlast veroorzaken laat hij niet meer binnen.

De beoordeling

[eiseres] heeft spoedeisend belang bij de gevorderde ontruiming, gelegen in haar verplichting haar (andere) huurders rustig woongenot te verschaffen.
Gezien de ernst van de gevolgen voor de huurder, [gedaagde] , kan een ontruiming in kort geding slechts worden uitgesproken, indien de overlast van zodanige aard en ernst is dat ontruiming op korte termijn noodzakelijk is, de uitkomst van een bodemprocedure niet kan worden afgewacht en hoogstwaarschijnlijk is dat de bodemrechter (wanneer zijn oordeel wordt gevraagd) de huurovereenkomst zal ontbinden.
Naar het oordeel van de kantonrechter is aan deze voorwaarden voldaan. [eiseres] heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat al sinds augustus 2015, slechts vier maanden na de start van de huurovereenkomst, sprake is van stelselmatig ernstige geluidsoverlast. Daarbij dient zwaar meegewogen te worden dat die overlast vooral gedurende de nacht plaats vindt. [gedaagde] is hier op aangesproken. Hij heeft weliswaar zijn geluidsboxen weggedaan, maar de meldingen van geluidsoverlast zijn doorgegaan. Deze zien op luid gepraat en geschreeuw in de woning van [gedaagde] van 11 uur ’s avonds tot 6 uur ’s ochtends. Zelfs enkele dagen voor de zitting, dus na ontvangst van de dagvaarding, heeft [eiseres] nog klachten ontvangen. [gedaagde] ontkent dat er geschreeuwd wordt, maar heeft wel erkend dat hij regelmatig vrienden op bezoek heeft met wie hij de hele nacht praat, mogelijk op luide toon.
Een belangenafweging voor zover in kort geding te maken, leidt niet tot een ander oordeel. [gedaagde] vreest met zijn huisdieren op straat te komen staan. Hij is echter al meerdere malen aangesproken op zijn gedrag en heeft desondanks nog overlast veroorzaakt. De belangen van de omwonenden wegen dan ook thans zwaarder. Zij hebben recht op hun woongenot.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] omdat deze in het ongelijk wordt gesteld.

De beslissing

De kantonrechter:
- veroordeelt [gedaagde] bij wijze van voorlopige voorziening:
a. tot ontruiming van de woning aan de [adres] met het zijne en de zijnen en de woning te verlaten en met afgifte der sleutels en achterlating van al wat tot het gehuurde behoort in behoorlijke staat ter vrije en algehele beschikking van [eiseres] te stellen;
b. betaling aan [eiseres] een bedrag van € 691,50 voor iedere maand dat hij de woning na 31 mei 2016 in gebruik houdt;
- veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [eiseres] tot en met vandaag worden begroot op de volgende bedragen:
dagvaarding € 97,74
griffierecht € 117,00
salaris gemachtigde € 600,00;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
Coll.