ECLI:NL:RBNHO:2016:4509
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.J. de Lange
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening individuele begeleiding op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 6 juni 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemskerk. Eiser had een aanvraag ingediend voor een maatwerkvoorziening individuele begeleiding in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb) op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). De aanvraag werd door verweerder afgewezen, waarna eiser in beroep ging. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser lijdt aan verschillende medische aandoeningen, waaronder open rug, vergroeiingen aan de voeten, en progressieve hersenaandoeningen, wat leidt tot valgevaar en andere beperkingen. Eiser was eerder geïndiceerd onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), maar deze wet was per 1 januari 2015 ingetrokken, waardoor de zorg onder de Wmo 2015 viel.
De rechtbank heeft de besluiten van verweerder beoordeeld, waaronder het primaire besluit van 23 juni 2015 en het bestreden besluit van 2 oktober 2015, waarin het bezwaar van eiser ongegrond werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat verweerder zich terecht had gebaseerd op een onafhankelijk sociaal-medisch advies, dat concludeerde dat er geen noodzaak was voor individuele begeleiding. Eiser stelde dat hij afhankelijk was van toezicht en begeleiding bij dagelijkse activiteiten, maar de rechtbank oordeelde dat de rapportages van de fysiotherapeut en ergotherapeut niet in tegenspraak waren met het advies van de arts. De rechtbank concludeerde dat eiser in staat was zelfstandig te functioneren met behulp van hulpmiddelen en dat de afwijzing van de aanvraag voor individuele begeleiding op goede gronden was genomen.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser ongegrond, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.