Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde sub 1] , v.h.o.d.n. [naam] , thans h.o.d.n. [x]
[gedaagde sub 2], v.h.o.d.n. [naam] ,
1.Het procesverloop
hebben beiden schriftelijk geantwoord.
- Eswé bij haar gemachtigde J. Bulder;
- [Gedaagde sub 1] in persoon en vergezeld van zijn echtgenote, mevr. [echtgenote gedaagde sub 1] ;
- [Gedaagde sub 2] vertegenwoordigd door zijn echtgenote, mevr. [echtgenote gedaagde sub 2] .
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft Eswé bij brief van 11 april 2016 nog stukken toegezonden.
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
Van [Gedaagde sub 1] vordert Eswé in hoofdsom € 2.071,26. Vermeerderd met rente en buitengerechtelijke kosten komt dit neer op een bedrag van € 2.550,22.
Van [Gedaagde sub 2] vordert Eswé in hoofdsom € 5.311,96. Vermeerderd met rente komt dit neer op een bedrag van € 5.334,11.
4.De beoordeling
De kantonrechter verwerpt dit verweer, omdat beide gedaagden rechtsgeldig ter zitting zijn verschenen om verweer te voeren. Daarnaast is niet gebleken dat Eswé in haar processuele belangen is geschaad doordat de conclusies niet zijn ondertekend.
Voorts achten zij de ter zake toegestuurde gegevens en facturen niet alleen onduidelijk doch evenzeer onjuist.
heeft – mede in het kader van een schikking – de vordering erkend ten bedrage van € 800,--. [Gedaagde sub 2] heeft zulks gedaan ten bedrage van € 350,--.
Ook in de stellingen van Eswé is dat niet klip en klaar terug te vinden.
Naar mede ter zitting en uit het in zoverre niet gepreciseerd weersproken verweer van [Gedaagden] valt op te maken is dat ondanks herhaald verzoek daartoe bij de overgang van het leasecontract door [Gedaagde sub 2] op [Gedaagde sub 1] geen opnamestaat van het voertuig is opgemaakt.
Anders dan dat Eswé heeft gesteld, lag het op haar weg om zowel bij de aanvang van het leasecontract met [Gedaagde sub 2] als bij de overgang van het contract van [Gedaagde sub 2] op [Gedaagde sub 1] , een opnamestaat te maken en door partijen te laten ondertekenen.
Nu zulks is nagelaten valt de juistheid van de stellingen van Eswé moeilijk te achterhalen.
Dat laatste wordt nog versterkt door het feit dat Eswé de betreffende Renault Traffic naar het buitenland heeft verkocht.
Daarbij komt dat Eswé pas in een laat stadium [Gedaagde sub 1] en in mindere mate [Gedaagde sub 2] heeft benaderd over deze affaire, waardoor de betwiste stellingen van Eswé niet zijn komen vast te staan en ook niet meer op een procesverantwoorde wijze kunnen worden vastgesteld.
Bij die stand van zaken wordt de vordering slechts toegewezen voor het door [Gedaagden] erkende deel van respectievelijk € 800,-- en € 350,--, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag der dagvaarding.
Voor toewijzing van buitengerechtelijke kosten acht de kantonrechter geen termen aanwezig, omdat [Gedaagden] , gelet op het vorenoverwogene, redenen hadden om de facturen van Eswé niet (zonder meer) te voldoen. De gevorderde rente zal worden toegewezen als na te melden. Voor het overige zal de vordering worden afgewezen.