Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het verloop van het geding
2.Uitgangspunten
3.Het geschil
primair: de huurprijs vanaf de datum van dit vonnis zal verlagen met een bedrag van € 3.000,= (te vermeerderen met btw) per maand;
€ 3.000,= (te vermeerderen met btw) per maand vanaf de datum van dit vonnis, met dien verstande dat MAB deze betaling uiterlijk aan Carpetright verricht op de vervaldatum van de betreffende maand;
4.De beoordeling
Verhuurder is noch aansprakelijk voor schade welke huurder lijdt door het optreden en de gevolgen van zichtbare en onzichtbare gebreken aan het gehuurde (…)”. Artikel 8 lid 3 bepaalt “
Verhuurder is niet aansprakelijk voor bedrijfsschade van huurder of voor schade aan eigendommen van huurder”. Uit de tekst van deze bepaling ziet op aansprakelijkheid voor schade. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter blijkt noch uit de tekst van de huurovereenkomst noch uit hetgeen overigens door MAB is aangevoerd dat partijen bij het sluiten van de huurovereenkomst voor ogen hadden het bepaalde in artikel 7:207 BW weg te contracteren.