ECLI:NL:RBNHO:2016:5451
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- A.C. Terwiel-Kuneman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing voorlopige voorziening sluiting woning op grond van de Opiumwet na aantreffen van drugs
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 7 april 2016 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, de hoofdbewoonster van een woning in Heemskerk, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester om haar woning voor drie maanden te sluiten op grond van artikel 13b van de Opiumwet. Dit besluit volgde na de vondst van XTC-pillen en Crystal Meth in de woning tijdens een politieonderzoek naar haar ex-partner. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, maar heeft verweerder de gelegenheid gegeven om de uitvoering van de sluiting met vier weken uit te stellen, zodat verzoekster tijd heeft om vervangende woonruimte te vinden voor haar en haar kinderen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het algemeen belang van handhaving zwaarder weegt dan de persoonlijke belangen van verzoekster en haar kinderen, ondanks de traumatische ervaring van de huiszoeking en de hulpbehoevendheid van de kinderen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de hoofdbewoonster voor de situatie in de woning en de noodzaak van handhaving van de Opiumwet. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.