ECLI:NL:RBNHO:2016:5452

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 juni 2016
Publicatiedatum
4 juli 2016
Zaaknummer
AWB - 16 _ 2366
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • A.C. Terwiel-Kuneman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening omgevingsvergunning voor lichtmasten bij hockeyclub

Op 30 juni 2016 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een omgevingsvergunning. De zaak betreft een vergunning die op 25 april 2016 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaal is verleend aan de derde-partij, een hockeyclub, voor het plaatsen van twee nieuwe lichtmasten en het aanbrengen van veldverlichtingsarmaturen op bestaande lichtmasten op hun sportcomplex aan de Zwaluwenweg 11 te Aerdenhout. De verzoeker, woonachtig op het naastgelegen perceel, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij overlast ervaart van de bestaande lichtmasten en vreest dat de nieuwe lichtmasten zijn uitzicht vanuit de tuin zullen belemmeren.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het bouwplan in overeenstemming is met het bestemmingsplan ‘Aerdenhout 2012’, dat aan de gronden de bestemming ‘Sport’ met een dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie 3’ heeft toegekend. De rechter oordeelde dat er geen ruimte is voor een belangenafweging, omdat het gaat om een gebonden beschikking. Dit betekent dat de wet geen ruimte laat om de belangen van derden, zoals de verzoeker, in de besluitvorming te betrekken. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen andere weigeringsgronden zijn en dat de vergunning terecht is verleend.

De uitspraak is gedaan door mr. A.C. Terwiel-Kuneman, in aanwezigheid van griffier R.I. ten Cate, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 16/2366
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 30 juni 2016 in de zaak tussen

[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker,

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaal, verweerder
(gemachtigde: mr. F.D.S. Bettink).
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen
: A.M.H.C. Rood-Wit, te Aerdenhout.

Procesverloop

Bij besluit van 25 april 2016 (het primaire besluit) heeft verweerder omgevingsvergunning verleend aan de derde-partij voor het plaatsen van twee lichtmasten met veldverlichtingsarmaturen, het aanbrengen van veldverlichtingsarmaturen op twee bestaande lichtmasten en het plaatsen van twee dug-outs op hockeyveld 4 van het sportveldencomplex van de derde-partij aan de Zwaluwenweg 11 te Aerdenhout.
Verzoeker heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verzoeker is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Voor de derde-partij zijn verschenen [naam 1] , voorzitter, en [naam 2] .
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Ter plaatse geldt het bestemmingsplan ‘Aerdenhout 2012’, waarin aan de gronden de bestemming ‘Sport’ met de dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie 3” is toegekend. Niet in geschil is dat het bouwplan in overeenstemming is met dit bestemmingsplan.
3. Verzoeker heeft aangevoerd dat hij reeds 20 jaar naast de hockeyclub woonachtig is en dat de club in de loop der jaren flink is uitgebreid, zowel in leden als in speelvelden. Deze uitbreiding moet, gelet op de redelijkheid en billijkheid, thans een halt worden toegeroepen, aldus verzoeker. Hij ervaart reeds overlast van de bestaande lichtmasten, waardoor sprake is van een felle lichtmassa die in de avonduren en ook in het weekend de gehele omgeving treft. Daarnaast tasten de lichtmasten het uitzicht vanuit de tuin aan. De op te richten lichtmasten komen te staan in een deel waar nu nog vrij uitzicht is vanuit de tuin.
4. Nu het bouwplan zich met het vigerende bestemmingsplan verdraagt en er ook geen sprake is van enige andere weigeringsgrond was verweerder gelet op het bepaalde in artikel 2.10, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht gehouden om de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen. Er is in dit geval sprake van een zogeheten gebonden beschikking. Dit betekent dat de wet geen ruimte laat om belangen van derden bij de besluitvorming te betrekken. De voorzieningenrechter komt daarom niet toe aan een beoordeling van hetgeen door verzoeker met betrekking tot de gestelde overlast en belemmering van uitzicht is aangevoerd.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C. Terwiel-Kuneman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van R.I. ten Cate, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 30 juni 2016.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.