Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
INSTAGRAM LLC,
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 mei 2016, met producties,
- de akte wijziging eis;
- de mondelinge behandeling die heeft plaatsgevonden op 27 juni 2016, alwaar verschenen zijn de heer [Voorletter man] [Achternaam] , de echtgenoot van eiseres, bijgestaan door mr. Zeeman voornoemd en voor gedaagde mr. Van den Brink voornoemd.
- de pleitnota van gedaagde.
2.De feiten
3.Het geschil
a. de contactinformatie verstrekt bij registratie;
b. het IP-adres gebruikt bij registratie;
c. de datum en het tijdstip van registratie;
d. datum, tijdstip en IP-adressen voor recente logins;
van de houder van het Instagram account met gebruikersnaam “ [Naam profiel] ” op [data] [maand/jaar] , op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag(deel) dat zij niet voldoet aan het vonnis, met een maximum van € 10 .000,- en veroordeling van gedaagde in de kosten van deze procedure.
Tijdens de zitting is nog aangegeven dat dit niet het enige incident is. De minderjarige wordt heel erg gepest door een bepaalde groep van school dan wel uit de buurt. De betreffende personen komen hier steeds mee weg. De minderjarige lijdt zeer onder alle pesterijen en heeft al een aantal zelfmoordpogingen gedaan.
4.De beoordeling
waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan. Aangezien eiseres onbetwist heeft gesteld dat de schade zich heeft voorgedaan in haar woonplaats [woonplaats] , is deze rechtbank bevoegd om van de onderhavige vordering kennis te nemen.
Met betrekking tot het belang van gedaagde om geen persoonsgegevens van betrokkenen te hoeven openbaren, heeft te gelden dat artikel 8 sub f Wet bescherming persoonsgegevens
- waarin de Richtlijn bescherming persoonsgegevens 95/46/EG is geïmplementeerd - aan gedaagde de bevoegdheid geeft om persoonsgegevens van de desbetreffende accounthouder te verstrekken indien zulks noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van eiseres, tenzij het belang van de (voormalige) accounthouder en in het bijzonder diens recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer prevaleert; in dat kader moeten dus de belangen van eiseres en de accounthouder tegen elkaar worden afgewogen.
5.De beslissing
a. de contactinformatie verstrekt bij registratie;
b. het IP-adres gebruikt bij registratie;
c. de datum en het tijdstip van registratie;
d. datum, tijdstip en IP-adressen voor recente logins,
op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag(deel) dat gedaagde na ommekomst van genoemde termijn in gebreke blijft met het verstrekken van de verzochte gegevens, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van € 10 .000,-.