ECLI:NL:RBNHO:2016:6244
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.J. de Lange
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid na zwangerschap en bevalling in het kader van de Ziektewet
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 2 augustus 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. K. ten Broek, en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vertegenwoordigd door R.A.M.E. Zwaan. Eiseres had een uitkering ontvangen op grond van de Wet arbeid en zorg (WAZO) in verband met haar zwangerschap en bevalling, maar meldde zich op 11 maart 2015 ziek met gynaecologische en psychische klachten. De verweerder concludeerde dat de arbeidsongeschiktheid van eiseres per 1 juli 2015 niet langer het gevolg was van zwangerschap of bevalling, maar van overspannenheid. Eiseres ging in beroep tegen deze beslissing, stellende dat er wel degelijk een verband was tussen haar klachten en de zwangerschap.
De rechtbank heeft de processtukken en de rapportages van de verzekeringsarts en de verzekeringsarts bezwaar en beroep beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat de psychische klachten van eiseres, die zij als postnatale depressie aanmerkte, onvoldoende onderbouwd waren. De huisarts en klinisch psycholoog hadden niet overtuigend aangetoond dat er sprake was van een postnatale depressie. De rechtbank volgde de conclusie van verweerder dat de psychische klachten eerder veroorzaakt werden door externe factoren, zoals werkgerelateerde problemen en niet door de zwangerschap.
Met betrekking tot de fysieke klachten oordeelde de rechtbank dat de rapportages van de verzekeringsarts voldoende bewijs boden dat de klachten niet in causaal verband stonden met de zwangerschap. De rechtbank concludeerde dat er geen reden was om de zienswijze van verweerder te weerleggen. Uiteindelijk werd het beroep van eiseres ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.