Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
1.[eiser 1] , wonende te [woonplaats] ,
[eiser 2], wonende te [woonplaats]
[eiser 3], wonende te [woonplaats]
de naamloze vennootschap Martinair Holland NV,
Het verdere verloop van de procedure
De verdere beoordeling van de subsidiaire vordering
alleen nietindien de beëindigingsregeling wordt aangemerkt als een RVU (zie voor een citaat van de letterlijke tekst rechtsoverweging 2.4 van het tussenvonnis). De kennelijke strekking van het VVR Protocol is, dat de beëindigingsvergoeding genoemd in artikel 2 het uitgangspunt is, en dat toepassing van de RVU er niet toe mag leiden dat de totale kosten voor Martinair hoger worden dan deze vergoeding.
nietvan toepassing verklaarde, alsnog het verschil heeft betaald tussen de in de vaststellingsovereenkomst genoemde vergoeding en het bedrag waarop hij krachtens artikel 2 van het VVR Protocol recht had.
De beslissing
voorwaardelijk, namelijk voor het geval de besluiten van de Belastingdienst inzake de RVU ongedaan worden gemaakt, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting de volgende bedragen te betalen: