ECLI:NL:RBNHO:2016:6516

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 juni 2016
Publicatiedatum
4 augustus 2016
Zaaknummer
4683739 CV EXPL 15-8140
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verrekening van leningen in faillissement en de mogelijkheid van verrekening tussen partijen

In deze zaak heeft A.H.J. Dunselman, curator in het faillissement van Hunite B.V., een vordering ingesteld tegen [de werknemer] met betrekking tot een lening van € 25.000,00. Dunselman vordert een verklaring voor recht dat verrekening van de lening contractueel is uitgesloten en veroordeling van [de werknemer] tot betaling van het geleende bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. [de werknemer] heeft de vordering betwist en stelt dat hij het geleende bedrag kan verrekenen met een tegenvordering uit een andere leningsovereenkomst, de Convertible Loan Agreement, die hij met Hunite heeft gesloten. De kantonrechter heeft op 23 juni 2016 uitspraak gedaan in deze zaak. De rechter oordeelt dat de mogelijkheid van verrekening niet contractueel is uitgesloten en dat de vordering van Dunselman moet worden afgewezen. De rechter stelt vast dat de overeenkomsten niet uitsluiten dat verrekening mogelijk is en dat de verklaringen van de bestuurder van Hunite, [X], ondersteunen dat verrekening in dit geval aanvaardbaar is. De proceskosten worden toegewezen aan [de werknemer] omdat Dunselman ongelijk krijgt. De voorwaardelijke tegenvordering van [de werknemer] behoeft geen verdere beoordeling omdat de vordering van Dunselman is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 4683739 \ CV EXPL 15-8140
Uitspraakdatum: 23 juni 2016
Vonnis in de zaak van:
A.H.J. Dunselman, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Hunite B.V.
te Castricum
eiser
verder te noemen: Dunselman
gemachtigde: mr. S. Jansen
tegen
[naam]
te [plaats]
gedaagde
verder te noemen: [de werknemer]
gemachtigde: mr. M.V. Vermeij

1.Het procesverloop

1.1.
Dunselman heeft bij dagvaarding van 11 december 2015 een vordering tegen [de werknemer] ingesteld. [de werknemer] heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.
1.2.
Op 20 mei 2016 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

2.De feiten

2.1.
[de werknemer] is werknemer geweest bij Hunite B.V. (hierna: Hunite).
2.2.
[de werknemer] en Hunite hebben op 9 januari 2014 een tweetal overeenkomsten met elkaar gesloten. Een overeenkomst waarbij Hunite € 25.000,- aan [de werknemer] heeft geleend (de Loan Agreement) en een overeenkomst waarbij [de werknemer] aan Hunite € 25.000,- heeft geleend (de Convertible Loan Agreement).
2.3.
In artikel 2 van de Loan Agreementovereenkomst (hierna: de Lening) is ondermeer het volgende opgenomen:
‘This loan agreement is inseparably related to the Convertible Loan Agreement relating tot HUNITE B.V., signed on 9-1-2014.’
In de Convertibale Loan Agreement hebben [de werknemer] en Hunite afgesproken dat deze lening zou worden omgezet in het verkrijgen van aandelen door [de werknemer] in Hunite. Dit heeft nimmer plaatsgevonden. In deze overeenkomst is ondermeer het volgende opgenomen:
‘3.6 If the Outstanding loan has not been previously converted pursuant to a Qualifed Financing, then, effective upon the Maturity Date, the Outstanding Loan Amount becomes due and payable and the Investor may elect to convert the Outstanding Loan Amount into Conversion Shares. The company shall issue tot he Investor a number of Conversion Shares. The Company shall issue to the Investor a number of Conversion Shares equal to the Outstanding Loan Amount divided by the Conversion Price. The total subscription price for the Coversion Shares shall be set-off (verrekend) against the Outstanding Loan Amount’.
2.4.
Hunite is op 24 februari 2015 failliet verklaard met benoeming van Dunselman tot curator.
2.5.
Dunselman heeft [de werknemer] aangeschreven het door [de werknemer] van Hunite geleende bedrag ad € 25.000,00 terug te betalen. [de werknemer] heeft zich beroepen op verrekening van de leningen over en weer.
2.6.
Bij e-mail van 22 oktober 2015 heeft [X] , bestuurder van Hunite, [de werknemer] het volgende bericht:

De heer [de werknemer] was een zeer belangrijke medewerker voor Hunite die we door middel van deze 2 overeenkomsten getracht hebben meer aan ons te binden en daardoor ook meer betrokkenheid te garanderen. Ik ben er destijds van uit gegaan dat deze overeenkomsten verrekenbaar zouden zijn. Ook zou de rente tegen elkaar wegvallen. Uitsluiten van deze verrekenbaarheid is nooit met mij besproken. We hebben ook nooit gesproken over verplichte terugbetaling van de lening na conversie.’

3.De vordering

3.1.
Dunselman vordert het volgende:
een verklaring voor recht dat verrekening van de Lening contractueel is uitgesloten;
veroordeling van [de werknemer] tot betaling van € 25.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente;
veroordeling van [de werknemer] in de proceskosten.
3.2.
Hij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – de tussen Hunite en [de werknemer] op 9 januari 2014 gesloten overeenkomst tot geldlening (de Lening). Na faillissement van Hunite dient [de werknemer] het geleende bedrag aan Dunselman te betalen. [de werknemer] is hiertoe, ondanks herhaalde aanmaningen, niet overgegaan. Aangezien [de werknemer] in verzuim is komen te verkeren is hij rente verschuldigd.

4.Het verweer en de voorwaardelijke tegenvordering

4.1.
[de werknemer] betwist de vordering. Hij erkent weliswaar een bedrag van € 25.000,00 te hebben geleend van Hunite, maar voert aan dat dit bedrag verrekend dient te worden met het bedrag dat [de werknemer] op grond van de Convertibale Loan heeft geleend aan Hunite. Bovendien kan [de werknemer] de vordering van Dunselman verrekenen met de (bonus)vordering van € 11.777,53 die [de werknemer] heeft en die door Dunselman voorlopig is erkend als preferente vordering
4.2.
[de werknemer] vordert bij wijze van voorwaardelijke tegenvordering, Voor het geval de vordering van Dunselman geheel of gedeeltelijk wordt toegewezen, een verklaring voor recht dat de Lening en de Convertibale Loan zijn vernietigd op grond van dwaling aan de zijde van [de werknemer] .
4.3.
Dunselman betwist de voorwaardelijke tegenvordering en betwist dat [de werknemer] heeft gedwaald dan wel dat als hij al zou hebben gedwaald dit voor zijn rekening dient te blijven.

5.De beoordeling

de vordering
5.1.
De vraag die in onderhavige zaak dient te worden beantwoord is of [de werknemer] de vordering van Hunite (Dunselman) uit de Lening mocht verrekenen met zijn vordering uit de Covertibale Loan. Dunselman voert aan dat de aard van de tussen partijen bestaande rechtsverhouding en de overeengekomen financiële constructie een beroep op verrekening in de weg staan. De Lening en de Convertibale Loan zijn volgens Dunselman onlosmakelijk met elkaar verbonden en een dergelijke constructie leent zich dan ook niet voor verrekening. [de werknemer] daarentegen voert aan dat in de overeenkomsten verrekening niet is uitgesloten, zodat een beroep daarop mogelijk is. Ook is nimmer tussen partijen over verrekening gesproken.
5.2.
De kantonrechter stelt voorop dat voor de uitleg van een overeenkomst het niet louter aan komt op de letterlijke bewoordingen ervan, maar ook op hetgeen partijen uit elkaars verklaringen en gedragingen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid mochten afleiden en verwachting. De kantonrechter stelt voorop dat in de tekst van de overeenkomsten de mogelijkheid van verrekening niet is uitgesloten. Hoewel Dunselman stelt dat uit de aard van de financieringsconstructie volgt dat verrekening niet mogelijk is, heeft de bestuurder van Hunite, [X] (die de Loan Agreement ook heeft opgesteld), verklaard dat hij er vanuit ging dat verrekening mogelijk zou zijn en dat de overeenkomsten juist zijn gesloten in het kader van een dienstverband waarbij Hunite [de werknemer] graag aan het bedrijf wilde binden (zie hiervoor r.o 2.6). De stelling van Dunselman dat verrekening contractueel is uitgesloten faalt derhalve. Onder die omstandigheden valt ook niet in te zien waarom het beroep van [de werknemer] op verrekening naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Dat andere schuldeiser die een zelfde investering hebben gedaan bij verrekening in onderhavige geval worden gedupeerd doet hier niet aan af.
5.3.
De conclusie is dat verrekening in onderhavige geval mogelijk is zodat de vorderingen van Dunselman worden afgewezen.
5.4.
De proceskosten komen voor rekening van Dunselman, omdat hij ongelijk krijgt.
de voorwaardelijk tegenvordering
5.5.
Nu de vordering van Dunselman wordt afgewezen, behoeft niet meer te worden beslist op de voorwaardelijke tegenvordering.

6.De beslissing

De kantonrechter:
de vordering
6.1.
wijst de vorderingen van Dunselman af;
6.2.
veroordeelt Dunselman tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [de werknemer] worden vastgesteld op een bedrag van € 600,00 aan salaris van de gemachtigde van [de werknemer] .
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter