Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met 8 producties
- de brief van mr. Haverkort voornoemd d.d. 22 juni 2016 met 1 productie
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van de Combinatie
- de pleitnota van de Provincie.
- de brief van de staatssecretaris van I&M aan de Tweede Kamer d.d.15 oktober 2013
- de brief van de auditdienst rijk aan I&M d.d. 29 juli 2013 over de rapportage
- de eindrapportage Beleidsevaluatie Geluidsisolatieprogramma Schiphol (GIS-3) d.d. 5 juli 2013.
“Onder beleidsadvies verstaan wij een advies ten aanzien van het te voeren en/of gevoerde beleid van de Directie Beleid van de provincie NH”.
“AT Osborne heeft in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Directoraat Generaal Bereikbaarheid en Directie Luchtvaart, een beleidsadvies verzorgd in de vorm van een beleidsevaluatie. Centraal in deze beleidsevaluatie stond de vraag in hoeverre het beleid rondom GIS-3 effectief is geweest. Dit om op basis hiervan al dan niet het gevoerde beleid te kunnen bijsturen.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
Kennis en beleidsevaluatie. Het uitvoeren van een beleidsevaluatie valt daarom volgens de Combinatie binnen de reikwijdte van de opdracht. Uit het onder de feiten aangehaalde antwoord van de Provincie in de tweede nota van inlichtingen blijkt, aldus de Combinatie, ook dat een beleidsevaluatie een vorm van beleidsadvies is. Voor zover vereist zou zijn dat in het kader van de beleidsevaluatie ook concrete aanbevelingen zijn gedaan, stelt de Combinatie dat ook daaraan is voldaan. AT Osborne heeft de referentie-opdrachtgever geadviseerd over de vraag in hoeverre het rijksbeleid omtrent het verkleinen van geluidshinder moet worden voortgezet. Die adviezen zijn neergelegd in conceptrapportages. Deze concept-rapportages zijn geen openbare stukken. Daarom heeft de Combinatie ze niet als productie ingediend. De referentieopdrachtgever heeft bij e-mail van 8 juni 2016 bevestigd dat AT Osborne in het kader van de referentieopdracht adviezen heeft gegeven en aanbevelingen heeft gedaan ten aanzien van het gevoerde en te voeren beleid.
“Centraal in deze beleidsevaluatie stond de vraag in hoeverre dit beleid moet worden voortgezet”en
“De referentie heeft betrekking op het uitvoeren van een complex beleidsadvies”ook voldoende
gestelddat de referentie ziet op advisering in de aldus opgevatte betekenis van het woord. De omstandigheid dat van die advisering uit het evaluatierapport noch uit de andere bewijsstukken bleek, sluit niet uit dat van zodanige advisering sprake kan zijn, zoals uit de e-mail van de contactpersoon van de Combinatie bij het ministerie van I&M d.d. 8 juni 2016 inmiddels ook is gebleken. De aard van het onderzoek, de omvang van het rapport en de omstandigheid dat er aan de vervaardiging van het eindrapport maar liefst vier besprekingen met de breed samengestelde begeleidingscommissie zijn voorafgegaan hadden de Provincie aanleiding moeten geven om rekening te houden met de mogelijkheid dat de ingezonden stukken niet een volledig beeld gaven van de door de referentieopdracht aangesproken competenties.
- het gebrek was eenvoudig te herstellen;
- het gebrek schaadt de concurrentiepositie van andere gegadigden niet, want de Provincie had 7 inschrijvers geselecteerd terwijl zij er maximaal 8 wilde selecteren;
- het besluit om zonder het vragen van opheldering tot uitsluiting over te gaan kan om die reden niet anders dan disproportioneel worden geacht. Dat is temeer het geval nu het onder de geschetste omstandigheden -evenveel aanmeldingen als plekken- ook in het belang van een goed verloop van de aanbesteding is te achten dat geen goed gekwalificeerde inschrijvers nodeloos van mededinging worden uitgesloten.
816,00