Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis het gehuurde onder afgifte van de sleutels aan [eiseres] met al het zijne en de zijnen te ontruimen en ontruimd te houden, met machtiging aan [eiseres] om zo nodig deze ontruiming op kosten van [gedaagde] te bewerkstelligen met behulp van politie en justitie;
tot betaling aan [eiseres] , tegen behoorlijk bewijs van kwijting, van de achterstallige huurpenningen over de maanden mei, juni, juli en augustus 2016, zijnde een totaal bedrag ad € 1600,00;
tot betaling aan [eiseres] , tegen behoorlijk bewijs van kwijting, van een bedrag van
€ 400,00 per maand vanaf 1 september 2016 tot en met de maand waarin eiser weer de beschikking heeft over het gehuurde, een ingegane maand voor een volle gerekend;
4.Het verweer
5.De beoordeling
6.De beslissing
- om de woonruimte aan de [adres gedaagde] , [woonplaats gedaagde] binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen, leeg op te leveren en de sleutels over te dragen aan [eiseres] ;
- om aan [eiseres] de achterstallige huur te betalen van € 1.600,00 te vermeerderen met de wettelijke rente over elke huurtermijn vanaf 14 juli 2016 respectievelijk 1 augustus 2016 ten aanzien van de huur over augustus 2016 tot aan de dag van de voldoening daarvan;
- om aan [eiseres] een vergoeding te betalen van € 400,00 voor iedere maand of gedeelte daarvan dat [gedaagde] de woonruimte na 31 augustus 2016 in gebruik heeft gehouden;