Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De vaststaande feiten
5. Partijen stellen vast dat zij met het bovenstaande alle tussen hen nog af te wikkelen
3.De geschillen
- i) verklaart voor recht dat de als productie 3 bij conclusie van antwoord in conventie/ conclusie van eis in reconventie overgelegde vaststellingsovereenkomst dient te worden nagekomen;
- ii) [de werknemer] veroordeelt tot vergoeding van de door [de werkgever] gemaakte juridische kosten van € 7.555,80, te vermeerderen met bijkomende kosten;
- iii) [de werknemer] veroordeelt in de kosten van het geding, te vermeerderen met rente;
- iv) één en ander onder verklaring dat [de werkgever] mag overgaan tot verrekening;
- v) verklaart voor recht dat [de werknemer] het concurrentiebeding heeft geschonden;
- vi) Oniszcuk veroordeelt tot betaling van de verbeurde boete van € 10.000,00, te vermeerderen met rente;
- vii) [de werknemer] veroordeelt in de kosten van het geding, te vermeerderen met rente.
4.De beoordeling van de geschillen
daaronder begrepen de door Pink in vooruitzicht gestelde claim uit hoofde van de vermeende inbreuk op de non concurrentie/relatie beding en geclaimde boete,”niet in de overeenkomst heeft opgenomen, doet evenmin afbreuk aan de gebondenheid van [de werknemer] aan de op 12 november 2015 gemaakte afspraken. Hierbij is van belang dat de voorgestelde zinsnede voor [de werknemer] slechts tot doel heeft gestrekt zeker te stellen dat hij in de toekomst gevrijwaard zou blijven van aanspraken van [de werkgever] tot betaling van de eventueel verbeurde boete wegens overtreding van het concurrentiebeding in de periode tot medio november 2015. Nu deze gewenste duidelijkheid aan [de werknemer] is verstrekt middels de e-mail van 25 november 2015 (zie 2.10.) staat de enkele weigering om de door [de werknemer] voorgestelde zinsnede in de overeenkomst op te nemen niet aan de gemaakte afspraken in de weg.