ECLI:NL:RBNHO:2016:6932
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- P.H.B. Littooy
- W.T. Delleman
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk wegens onduidelijkheid over te wraken rechter
Op 12 augustus 2016 heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen de kantonrechter in verschillende hoofdzaken. Het verzoek is gebaseerd op artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat de mogelijkheid biedt om een rechter te wraken op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. De wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland heeft echter geoordeeld dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat verzoeker niet duidelijk heeft gemaakt welke kantonrechter hij precies wil wraken. Het is essentieel dat de verzoeker specifiek aangeeft welke rechter ter discussie staat, aangezien het gaat om de persoonlijke vooringenomenheid van de rechter. In dit geval voldeed verzoeker niet aan deze vereiste, waardoor het verzoek niet in behandeling kon worden genomen.
Daarnaast heeft de wrakingskamer overwogen dat de inhoudelijke argumenten van verzoeker, zoals de vraag naar het aantal dossiers en de mogelijke overschrijding van een beroepstermijn, niet relevant zijn voor de wraking. Deze kwesties kunnen aan de orde komen tijdens de mondelinge behandeling van de hoofdzaken, maar vormen geen grond voor wraking. Ook de bezwaren die verzoeker tegen 'De Rechtspraak' heeft geuit, zijn niet van invloed op de onpartijdigheid van de kantonrechter die de hoofdzaken behandelt.
De rechtbank heeft besloten het verzoek tot wraking buiten behandeling te stellen en heeft de griffier opgedragen om een gewaarmerkt afschrift van de beslissing aan de betrokken partijen te zenden. Het proces in de hoofdzaken zal worden voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.