Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde1] ,
[gedaagde2] , H.O.D.N. NOVIOMEDIA,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 18 november 2015
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte wijziging/vermeerdering van eis in conventie
- het proces-verbaal van comparitie van [datum] .
2.De feiten
[Titel](hierna: het boek). Als co-auteurs zijn vermeld [gedaagde1] en [gedaagde2] .
[Hoofdstuk 4].
is een novum waardoor voornoemde overweging van de voorzieningenrechter door de feiten is ingehaald. Immers, op [datum] is door gedaagden in co-auteurschap het boek ' [Titel] ' gepubliceerd. Hoofdstuk 4 draagt de titel ' [Hoofdstuk 4] ' en telt 45 bladzijden. Dit hoofdstuk is reeds alsproductie 1overgelegd. Zoals reeds aangehaald in de inleiding is in dit hoofdstuk 4 van het litigieuze boek door [gedaagde1] c.s. het auteursrechtelijk beschermde dagboek van [eiseres] integraal overgenomen. Zulks met dien verstande dat [gedaagde1] c.s. kennelijk in de veronderstelling zijn dat als zij het maar in andere worden omschrijven dan geen sprake is van auteursrechten inbreuk. Niets is minder waar.
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
Procesvertegenwoordiging
Verbeurde maximaal opgelegde dwangsommen ter zake van het vonnis in eerste aanleg en het arrest, tot en met heden". Vanaf het moment van betekening van het arrest van 23 maart 2015 tot aan het moment van beslaglegging op 13 juli 2015 waren er nog geen 200 dagen verstreken, zodat in zoverre van "verbeurde maximaal opgelegde dwangsommen, tot en met heden" naar aanleiding van de nieuwe veroordelingen in het arrest van 17 maart 2015 ten tijde van de beslaglegging geen sprake kan zijn geweest. In de brief van 18 maart 2015 heeft (de advocaat van) [eiseres] slechts gewezen op de veroordeling onder 5.2 van het vonnis van 18 december 2013 en de ten gevolge van de niet nakoming van die veroordeling verbeurde dwangsommen groot € 200.000,-, waarvan [eiseres] slechts een bedrag van € 193.739,36 betaald wenste te zien, in verband met de in appel vernietigde proceskostenveroordeling in eerste aanleg. De enkele omstandigheid dat in het beslagexploot aanspraak wordt gemaakt op € 200.000,-, is onvoldoende om daaruit af te leiden dat het door [eiseres] geïnde bedrag aan verbeurde dwangsommen mede betrekking heeft op de dwangsommen uit hoofde van de veroordeling onder 4.2 van het arrest van 17 maart 2015 . De overgelegde stukken bieden daartoe geen aanknopingspunten
€ 4.452,-
€ 2.000,-(0,5 x 2 punten × € 2.000,-)
5.De beslissing
[Titel], met daarin het hoofdstuk 4 getiteld
[Hoofdstuk 4], een inbreuk hebben gemaakt op het auteursrecht van [eiseres] , te weten het auteursrechtelijk beschermde dagboek van [eiseres] ,
[Titel], met daarin het hoofdstuk 4 getiteld
[Hoofdstuk 4], op kosten van [gedaagde1] c.s. te (doen) vernietigen onder afgifte van een schriftelijke verklaring van de uitvoerende instantie dat tot volledige vernietiging is over gegaan,