Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[naam eiser sub 1] , wonende te [woonplaats]
1.[naam gedaagde sub 1] , wonende in de gemeente [gemeente]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
A) gedaagden veroordeelt om binnen 2 dagen na betekening van het vonnis voormelde
huurwoning te ontruimen;
B) gedaagden veroordeelt om aan eisers te betalen:
- de achterstallige huurpenningen tot en met juli 2016 ad € 3.400,--, met rente;
- de verbeurde boetes ad in totaal € 7.000,--;
- het bedrag der huurpenningen ad € 850,-- per maand vanaf 1 augustus 2016 tot de
maand met ingang van waarvan de huurovereenkomst ontbonden is;
- een bedrag aan schadevergoeding ad € 850,-- per maand voor iedere maand waarin
gedaagden na ontbinding van de huurovereenkomst in gebreke blijven de woning te
ontruimen;
C) gedaagden veroordeelt om aan eisers de proceskosten te betalen, met de wettelijke rente
hierover bij te late betaling.
De huurovereenkomst is aangegaan voor de duur van 12 maanden, van 1 april 2012 tot en met 31 maart 2013 en is nadien twee maal onder dezelfde voorwaarden verlengd voor 12 maanden. Vanaf 1 april 2014 geldt de huurovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Tussen partijen is een huurprijs overeengekomen van € 850,-- per maand. Omdat gedaagden bij een huur van € 850,-- geen recht zouden hebben op huurtoeslag waren eisers bereid hen te helpen. In de huurovereenkomst staat daarom een bedrag € 650,-- per maand aan huur genoemd, terwijl gedaagden daarnaast € 200,-- per maand verschuldigd waren aan borg. Feitelijk waren partijen akkoord met een huurprijs van € 850,-- per maand. Dit bedrag werd ook betaald.
Omdat gedaagden weigeren de huur vanaf april 2016 te betalen, wordt deze thans in rechte gevorderd. Op grond van de algemene bepalingen zijn zij tevens boetes verschuldigd die thans zijn opgelopen tot een bedrag van € 7.000,--.
Partijen hadden destijds de bedoeling om een huurovereenkomst voor korte tijd aan te gaan. Eisers hebben de indruk dat gedaagde sub 1 misbruik maakt van de situatie en in de woning wil blijven wonen. Eisers hebben de woning dringend nodig voor eigen gebruik.
4.Het verweer
Zij betwisten de spoedeisendheid van de vordering. Gedaagde sub 1 is de huur gewoon blijven betalen. Toen hij bericht kreeg dat de huur op een nieuw rekeningnummer ten name van [X] betaald moest gaan worden, heeft hij gevraagd om een akkoordverklaring van beide eisers – met een tweetal kopie legitimatiebewijzen – waaruit blijkt dat hij bevrijdend op dat nieuwe bankrekeningnummer kon gaan betalen. Hij was namelijk bekend met de relatieproblemen van eisers en wilde niet het risico lopen dat achteraf zou worden gezegd dat hij niet (volledig) bevrijdend had betaald omdat de huur op een verkeerde rekening was gestort. Gedaagde sub 1 is blijven betalen via het bankrekeningnummer dat hij daarvoor ook gebruikte. Hij kreeg de betalingen teruggestort en heeft deze nu gereserveerd om aan zijn verplichtingen jegens eisers te kunnen voldoen.
Eisers gebruiken oneigenlijke argumenten om gedaagden uit de woning te krijgen. Zij hebben financiële problemen met de hypotheekhouder BNP Paribas Personal Finance. Van Novalink BV, de gemachtigde van de hypotheekhouder, hebben gedaagden vernomen dat eisers de woning niet mochten verhuren. Kennelijk wil de hypotheekhouder hier nu een eind aan maken en tot executieverkoop overgaan.
5.De beoordeling
De te beantwoorden vraag in deze procedure is, of gedaagden in verzuim zijn komen te verkeren door de huur te blijven betalen via het oude bankrekeningnummer, terwijl hun was meegedeeld dat zij op een nieuw bankrekeningnummer moesten betalen. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter is dit niet het geval. Het was niet onredelijk van gedaagden om van beide eisers een verklaring te verlangen dat zij bevrijdend konden betalen via het nieuwe bankrekeningnummer. Immers, gedaagden waren op de hoogte van de relatieproblemen van eisers, zodat betaling via een nieuw bankrekeningnummer ten name van één van eisers problemen zou kunnen opleveren voor het bevrijdend betalen. Het was voor eisers een kleine moeite om een gezamenlijke schriftelijke verklaring aan gedaagden te sturen waarin werd vermeld dat bevrijdend op het nieuwe rekeningnummer betaald kon worden. Een dergelijke verklaring ontbreekt in het dossier.
5.5. Omdat de huurverplichting van gedaagden op zichzelf vaststaat – gedaagden hebben aangegeven ook te willen betalen – is de vordering op dit punt toewijsbaar, als na te melden. Beide eisers hebben ter zitting verklaard dat gedaagden bevrijdend kunnen betalen op het nieuwe bankrekeningnummer [bankrekeningnr.] , ten name van [X] , zodat dit thans geen beletsel meer vormt voor gedaagden om de huur over te maken. Voor wat betreft de hoogte van de huur, gaat de kantonrechter er voorshands vanuit dat partijen zijn overeengekomen een bedrag van € 850,-- aan huur c.a. per maand. Niet betwist is dat gedaagden tot april 2016 dit bedrag maandelijks aan eisers hebben betaald. Toewijsbaar is thans de huur c.a. tot en met de maand september 2016. De toekomstige termijnen zullen worden afgewezen, nu deze nog niet opeisbaar zijn en niet aannemelijk is geworden dat gedaagden voor de toekomst niet aan hun verplichting zullen voldoen.