Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Woningstichting Den Helder
1.[naam gedaagde]
Stichting Beschermingsbewind Meerderjarigen Den Helder
1.Het procesverloop
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Woningstichting Den Helder heeft een pleitnota overgelegd.
Voorafgaand aan de zitting heeft Woningstichting Den Helder bij brief van 29 september 2016 nog stukken toegezonden.
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer
Het huurreglement is niet van toepassing, omdat dit hem niet ter hand is gesteld. Uit de huurovereenkomst kan zulks ook niet blijken, omdat een getekend exemplaar van de huurovereenkomst niet is overgelegd door Woningstichting Den Helder.
5.De beoordeling
Hierbij neemt de kantonrechter tot uitgangspunt, nu gemotiveerd wordt betwist dat het huurreglement van toepassing zou zijn, dat art. 7:213 BW bepaalt dat een huurder zich als goed huurder moet gedragen.
heeft lang genoeg de tijd gehad om het veroorzaken van de overlast te staken. Er hebben meerdere gesprekken plaatsgevonden en Woningstichting Den Helder heeft [X] meermalen aangeschreven naar aanleiding van de overlast. Bovendien heeft de sociale wijkmeester bemiddeld en is vaak politie-interventie nodig geweest, maar dit alles heeft niet geholpen. Er is een onhoudbare situatie ontstaan.
Woningstichting Den Helder heeft concreet en gedetailleerd omschreven waar de gestelde door [X] veroorzaakte overlast uit bestaat. Woningstichting Den Helder heeft de overlast onderbouwd door het overleggen van een klachtendossier, klachtenformulieren van omwonenden en een sfeerrapportage van de politie en sommatiebrieven. Op de zitting heeft Woningstichting Den Helder onderbouwd dat de overlast nog steeds voortduurt en dat het niet alleen om oudere klachten gaat.
woont sinds mei 2011 in de woning; hij heeft geen sociaal vangnet, waaronder familie en hij heeft geen vervangende woonruimte of opvang.
De kantonrechter is van oordeel dat de belangen van [X] zwaarwegend zijn, echter, gelet op de aard en de ernst van de overlast die al geruime tijd voortduurt, dienen de belangen van omwonenden op een rustig en ongestoord woongenot zwaarder te wegen. De kantonrechter laat daarbij zwaar meewegen dat er geregeld sprake is van overlast in de avond en nacht en dat het gedrag van [X] voor veel onrust zorgt, ook bij kinderen in de buurt.
De kantonrechter ziet aanleiding de ontruimingstermijn te stellen op twee weken na betekening van het vonnis.
In verband met de onderbewindstelling van de goederen van [X] zal de vordering met betrekking tot de huurpenningen worden toegewezen als na te melden.