ECLI:NL:RBNHO:2016:8957

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 oktober 2016
Publicatiedatum
28 oktober 2016
Zaaknummer
15/820577-15
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensensmokkel met meerdere betrokkenen en gevolgen voor voorlopige hechtenis

Op 17 oktober 2016 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel. De verdachte, die niet ter terechtzitting verscheen, werd veroordeeld voor het helpen van vier personen, vermoedelijk Tibetanen, bij hun illegale toegang tot Nederland. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 17 juni 2015 op Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, deze personen behulpzaam was geweest bij hun reis vanuit Brazilië naar Nederland, terwijl hij wist dat hun toegang wederrechtelijk was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De officier van justitie had gevorderd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte. De rechtbank achtte het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen en sprak de verdachte vrij van andere tenlasteleggingen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden, met aftrek van voorarrest, en de borgsom van € 5.000,- werd vervallen verklaard aan de Staat, omdat de verdachte zich niet aan de voorwaarden van zijn voorlopige hechtenis had gehouden. De rechtbank benadrukte de ernst van mensensmokkel en de impact op het overheidsbeleid en de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlemmermeer
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/820577-15 (P)
Uitspraakdatum: 17 oktober 2016
Tegenspraak ex artikel 279 Sv
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 17 oktober 2016 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (India),
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. A. van Eck en van hetgeen de raadsvrouw van verdachte, mr. C.M. Castelijns, advocaat te Haarlem en waarnemend voor mr. M. Bijleveld, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 17 juni 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, een ander of anderen, te weten [gesmokkelde 1] en/of [gesmokkelde 2] en/of [gesmokkelde 3] en/of [gesmokkelde 4], behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen, in elk geval een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of hen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, door
- een ticket te regelen voor [gesmokkelde 1] en/of [gesmokkelde 2] en/of [gesmokkelde 3] en/of [gesmokkelde 4], en/of
- [ gesmokkelde 1] en/of [gesmokkelde 2] en/of [gesmokkelde 3] en/of [gesmokkelde 4] te
begeleiden tijdens zijn/hun reis, en/of
- tijdens de paspoortcontrole(s) het woord te voeren voor die [gesmokkelde 1] en/of [gesmokkelde 2] en/of [gesmokkelde 3] en/of [gesmokkelde 4], en/of
- een paspoort en/of (een) document(en) te regelen voor [gesmokkelde 1] en/of [gesmokkelde 2] en/of [gesmokkelde 3] en/of [gesmokkelde 4], en/of
- het paspoort en/of (een) ander(e) document(en) aan [gesmokkelde 1] en/of [gesmokkelde 2] en/of [gesmokkelde 3] en/of [gesmokkelde 4] te overhandigen voor een (paspoort)controle en/of
- vervolgens dit paspoort en/of (een) ander(e) document(en) in te nemen bij aankomst op Schiphol,
terwijl verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak van het ten laste gelegde feit bepleit.
3.3.
Redengevende feiten en omstandigheden [1]
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van het volgende.
Op 17 juni 2015 om 11:50 uur vindt er een gatecontrole plaats in het kader van grensbewaking op de binnenkomende vlucht KL972 vanuit Sao Paulo, Brazilië. Drie personen, waaronder verdachte, overhandigen (ieder voor zich) reisdocumenten bij de grenscontrole. De reisdocumenten vertonen geen kenmerken van vervalsing. Verdachte zegt tegen de verbalisant dat hij de Engelse taal machtig is en de andere twee personen niet, dat hij samen reizend is met een viertal personen, waarvan er twee al door de controle zijn, dat zij op doorreis zijn naar Delhi, India, dat hun reisroute is: Sao-Paulo-Amsterdam-Delhi en dat hij en de vier andere personen in Sao Paulo, Brazilië, zijn geweest voor een voorlichting van de Boeddhistische religie. [2]
Op 18 juni 2015 ontvangt het Sluisteam (een team dat deel uitmaakt van de Brigade Vreemdelingen Zaken van het District Koninklijke Marechaussee Schiphol) een melding dat vier personen van dezelfde origine die vanuit Sao Paulo Nederland binnen zijn gereisd op 17 juni 2015 ongedocumenteerd asiel hebben aangevraagd en dat er nog een vijfde passagier hoorde bij dit gezelschap, waarvan het vermoeden is gerezen dat hij deze personen behulpzaam is geweest. Hierop worden de identificerende gegevens van deze vijfde persoon (verdachte) achterhaald en wordt zijn aanhouding bevolen.
Verdachte wordt op 18 juni 2015 aangehouden bij de gate waar hij de vlucht naar Delhi wil nemen.
De vier eerder genoemde personen gaven op te zijn genaamd: [gesmokkelde 1], [gesmokkelde 2], [gesmokkelde 3] en [gesmokkelde 4] (hierna ook: [gesmokkelde 1], [gesmokkelde 2], [gesmokkelde 3] en [gesmokkelde 4]). [3]
Bij verdachte is een instapkaart op zijn naam aangetroffen met de route Delhi – Abu Dhabi op 13 juni 2015. Verder wordt bij hem een I-phone 4S aangetroffen met een foto waar de vier genoemde personen samen op staan. De foto is gemaakt op 15 juni 2015 om 16:30 uur. Ook bevat de telefoon een aantal afbeeldingen waarop deze personen individueel staan afgebeeld. [4] Uit vluchtgegevens die desgevraagd zijn verstrekt door luchtvaartmaatschappij KLM blijkt dat verdachte in dezelfde boeking is genoemd als de hiervoor genoemde [gesmokkelde 4]. Er zijn ook boekingsgegevens verstrekt van “[gesmokkelde 1]/MR, [gesmokkelde 2]/MRS, [gesmokkelde 3]/MRS”. Deze tickets hebben opeenvolgende nummers en zijn, evenals het ticket van verdachte en [gesmokkelde 4] gekocht bij [reisbureau] in Sao Paolo. [5] In de fouillering van verdachte is een kaartje van dit bureau aangetroffen. Op de achterkant van dit kaartje staat handgeschreven: “3 tickets paid OK, USD 6000 to tomorrow.”
Daarnaast zijn bij verdachte twee handgeschreven notities aangetroffen op briefpapier van [hotelnaam] Hotels Switzerland. [6] Deze notities bevatten (vertaald) de volgende tekst:
De kosten van de busreis per persoon (45) = 45 x 5 = 225 (Totaal)
Datum: 14-06- De kosten van avondeten totaal = 135
Datum: 15-06- Uitgaan met de bus per persoon kost (45) = 45 x 5 = 225
Datum: 15-06- De totaal kosten van lunch + 130
Datum: 15-06- De kosten van avondeten + 85
De kosten van de twee personen die ze hebben meegebracht = 12 + 45 = 57. [7]
Verdachte verklaart dat hij van Delhi via Abu Dhabi naar Sao Paulo is gevlogen voor zaken en toen vanuit India telefonisch de opdracht kreeg om mensen op te halen. Het waren Tibetanen en ze waren met zijn vieren. Hij moest ze helpen om ‘terug te gaan’. Verdachte heeft de Tibetanen op 16 juni 2015 voor het eerst ontmoet op de luchthaven in Brazilië. Verdachte moest als hij met de Tibetanen in Nederland was, bellen met iemand in Delhi. Hij zou dan een ticket krijgen dat betaald zou worden door deze man. Verdachte vermoedde dat het de bedoeling van de man was om de Tibetanen in Nederland te laten stranden: het was de bedoeling om ze in Nederland ‘te laten vastzitten’. In Nederland was hij samen met twee Tibetanen bij de grenscontrole en waren er twee Tibetanen al door de douane. Toen hij in Nederland was, wist de man (uit India) al dat de Tibetanen in Nederland waren. Verdachte weet dat er voor Nederland een visum nodig is, dat de vier Tibetanen geen visum hadden en Nederland dus niet legaal konden inreizen. [8] Aan verdachte worden foto’s getoond van de vier betrokken personen. Ten aanzien van de foto’s van [gesmokkelde 2] en [gesmokkelde 4] verklaart verdachte dat hij hen heeft geholpen met hun paspoorten. Over de anderen verklaart hij dat zij er ook bij hoorden en dat hij denkt dat hij hen heeft begeleid. [9]
Over bovengenoemde handgeschreven notitie op briefpapier van “Sorell Hotels” met betrekking tot kosten voor een busreis voor vijf personen, lunch en avondeten, wil verdachte niet verklaren. [10]
[gesmokkelde 1] verklaart dat hij vanuit Tibet naar Nepal is gereisd. Daar heeft hij een reisagent ontmoet die documenten, een groen boekje, heeft geregeld. Zijn broer heeft 30.000 Chinese Yen voor de reis betaald en de reisagent reisde met hem mee. Aangekomen op Schiphol zei de reisagent hem rond 14:00 uur dat hij moest wachten tot 16:00 – 17:00 uur en dan de deur uit moest lopen. [11]
[gesmokkelde 2] is eveneens vanuit Tibet naar Nepal gereisd. Voor de reis naar Nederland en het regelen van een document is 40.000 Chinese Yen betaald en moesten twee pasfoto’s worden geleverd. De Tibetaans sprekende reisagent vloog mee. Er is ergens ook overnacht. Bij elke controle kreeg hij een vel papier in zijn handen van de reisagent dat hij moest laten zien. Na landing in Nederland kreeg hij het paspoort van de reisagent in zijn hand, het was geelachtig en hij zag zijn pasfoto erin. Hij liep achter de reisagent aan. Na de controle hebben zij wat gegeten en zei de reisagent dat hij naar een deur moest lopen. [12]
Ook [gesmokkelde 3] is vanuit Tibet naar Nepal gereisd. Van Nepal is zij in het vliegtuig samen met de reisagent gereisd. De man gaf haar een groen boekje tijdens het reizen; na de controle nam de reisagent het boekje weer in. In een bepaald land moest zij nog met de reisagent wachten. Bij aankomst in Nederland zei de man dat er een uitgang was en zei hij haar naar buiten te gaan. [13]
Ten slotte heeft [gesmokkelde 4] verklaard dat hij op 13 juni 2015 uit Nepal is vertrokken met behulp van een reisagent omdat hij asiel wilde aanvragen. Hij heeft 40.000 Chinese Yen betaald en pasfoto’s geleverd aan de reisagent. Er was een tussenlanding met overnachting en tijdens de reis zijn er twee of drie mensen bijgekomen. Van de reisagent mocht hij zich niet met hen bemoeien. De reisagent is meegevlogen tot Nederland en gaf hem een papier met zijn foto erop dat hij bij de controle in Nederland moest laten zien. Dit papier heeft hij teruggegeven aan de reisagent. De reisagent nam alle papieren in en zij moesten weggaan. [14]
3.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 17 juni 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, anderen, te weten [gesmokkelde 1] en [gesmokkelde 2] en [gesmokkelde 3] en [gesmokkelde 4], behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland, door
- [ gesmokkelde 1] en [gesmokkelde 2] en [gesmokkelde 3] en [gesmokkelde 4] te begeleiden tijdens hun reis, en
- tijdens de paspoortcontroles het woord te voeren voor die [gesmokkelde 3] en [gesmokkelde 4], en
- het paspoort aan [gesmokkelde 1] en [gesmokkelde 2] en [gesmokkelde 3] en [gesmokkelde 4] te overhandigen voor een paspoortcontrole en
- vervolgens dit paspoort in te nemen bij aankomst op Schiphol,
terwijl verdachte wist dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit

Het bewezenverklaarde levert op:
mensensmokkel, meermalen gepleegd.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat, nu verdachte in strijd met de voorwaarden waaronder zijn voorlopige hechtenis is geschorst, niet bij de behandeling van zijn strafzaak op de terechtzitting van 3 oktober 2016 is verschenen, de opheffing van de schorsing van zijn voorlopige hechtenis zal worden bevolen alsmede de borgsom van € 5.000,-, die door of namens de verdachte als zekerheid voor de nakoming van de aan de schorsing van de voorlopige hechtenis verbonden voorwaarden is gestort, vervallen zal worden verklaard aan de Staat.
6.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft verzocht om bij veroordeling een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, waarvan het onvoorwaardelijke deel de duur van de periode die verdachte reeds heeft doorgebracht in voorarrest, niet overschrijdt.
De raadsvrouw heeft voorts verzocht om bij veroordeling, gelet op haar verzoek om vrijspraak, niet over te gaan tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis, opdat verdachte een eventueel in te stellen hoger beroep in vrijheid zal kunnen afwachten.
6.3.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte is behulpzaam geweest bij de wederrechtelijke toegang tot Nederland van vier personen, vermoedelijk Tibetanen, die via Brazilië naar Nederland zijn gereisd om asiel aan te vragen. Verdachte heeft deze personen ontmoet op de luchthaven in Brazilië teneinde hen vervolgens te begeleiden tijdens de reis naar Nederland en bij aankomst op Schiphol.
Mensensmokkel doorkruist niet alleen het overheidsbeleid aangaande bestrijding van illegaal verblijf in Nederland en illegale binnenkomst en doorreis naar de landen van de Europese Unie, Noorwegen, IJsland en de landen die zijn toegetreden tot het Protocol inzake mensensmokkel van migranten, maar draagt daarmee ook bij aan het in stand houden van een illegaal circuit, waardoor het maatschappelijk verkeer wordt of kan worden gefrustreerd en gecorrumpeerd, terwijl het draagvlak om echte asielzoekers waaronder politieke vluchtelingen ruimhartig op te vangen daardoor wordt ondermijnd.
De rechtbank heeft acht geslagen op de justitiële documentatie van verdachte, waaruit blijkt dat verdachte in Nederland niet eerder voor het plegen van strafbare feiten is veroordeeld.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf, zoals door de officier van justitie is gevorderd, passend en geboden is.
Opheffing schorsing voorlopige hechtenis / vervallenverklaring zekerheid
De rechtbank stelt vast dat verdachte zich niet heeft gehouden aan één van de voorwaarden waaronder zijn voorlopige hechtenis bij bevel van 29 juli 2015 (na het storten van een waarborgsom van 5000 euro op 3 augustus 2015, met ingang van 3 augustus 2015) is geschorst, te weten de voorwaarde dat verdachte bij de behandeling van zijn zaak ter terechtzitting aanwezig zou zijn.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte bevelen, alsmede de waarborgsom van 5000 euro die als zekerheid voor de nakoming van de aan de schorsing verbonden voorwaarden was gestort, vervallen verklaren aan de Staat.

7.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
57 en 197a van het Wetboek van Strafrecht.

8.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezen verklaarde feit het hierboven onder 4. vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van
18 maanden(zegge: achttien maanden).
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Heft op de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte.
Verklaart de borgsom van € 5.000,-, die door of namens de verdachte als zekerheid voor de nakoming van de aan de schorsing van de voorlopige hechtenis verbonden voorwaarden is gestort, aan de Staat, vervallen.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.M. Sassenburg, voorzitter,
mrs. N. Boots en J. Italianer, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.S. Clements,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 oktober 2016.
Mr. Boots en mr. Italianer zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2.Proces-verbaal van verbalisant [verbalisant] d.d. 19 juni 2016 (dossierparagraaf A06).
3.Proces-verbaal van verbalisant [verbalisant] d.d. 17 juli 2015 (dossierparagraaf A05).
4.Proces-verbaal onderzoek inbeslagname d.d. 8 juli 2015 (dossierparagraaf C02).
5.Proces-verbaal van verbalisant [verbalisant] d.d. 30 juni 2015 (dossierparagraaf C04).
6.Proces-verbaal van onderzoek inbeslagname d.d. 8 juli 2015 en bijlage B, nr. 30 (dossierparagraaf C02).
7.Proces-verbaal vertaling d.d. 4 juli 2015 (dossierparagraaf C03).
8.Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 24 juni 2015 (dossierparagraaf B.O1.07).
9.Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 15 juli 2015 en bijlagen (dossierparagraaf B.O1.08).
10.Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 15 juli 2015 en bijlagen (dossierparagraaf B.O1.08).
11.Proces-verbaal van verhoor van [gesmokkelde 1] d.d. 21 juni 2015 (dossierparagraaf B02.03).
12.Proces-verbaal van verhoor van [gesmokkelde 2] d.d. 21 juni 2015 (dossierparagraaf B03.03).
13.Proces-verbaal van verhoor van [gesmokkelde 3] d.d. 20 juni 2015 (dossierparagraaf B04.03).
14.Proces-verbaal van verhoor van [gesmokkelde 4] d.d. 20 juni 2015 (dossierparagraaf B05.03).