Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 14 juni 2017
- het proces-verbaal van comparitie van 24 oktober 2017.
2.De feiten
3.Het geschil
- Peute c.s. hebben geen rechtens te respecteren belang (als bedoeld in artikel 3:303 BW) bij haar vorderingen;
- Peute c.s. hebben hun rechten om over de procedure te klagen verwerkt;
- De onderhavige overeenkomsten tot verkoop van papier kwalificeren niet als overheidsopdrachten die op grond van deel 2 Aw 2012 moeten worden aanbesteed, zodat er ook geen grond voor vernietiging van deze overeenkomsten bestaat op grond van artikel 4.15 Aw 2012;
- Voor zover Peute c.s. een beroep zouden toekomen op artikel 4.15 Aw hebben zij, gelet op artikel 4.15 lid 2 sub a, tweede streepje Aw 2012 hun vordering te laat ingesteld.
4.De beoordeling
Bevoegdheid
“een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die is gesloten tussen een of meer dienstverleners en een of meer aanbestedende diensten en die betrekking heeft op het verlenen van andere diensten dan die welke vallen onder overheidsopdracht voor werken”. De enkele verkoop van papier waar het in het onderhavige geval om draait valt niet onder deze definitie. De vereiste bezwarende titel die strekt tot de verlening van diensten ontbreekt in de door H.V.C. met Vlar en Reparco gesloten overeenkomsten. Zoals H.V.C. c.s. ook betogen is terzake de overeenkomsten geen sprake van een afdwingbare prestatie enerzijds, noch van een tegenprestatie anderzijds. Het gaat hier om zuivere koopovereenkomsten.
Van de aanbieders wordt verwacht dat deze het papier conform de geldende wet- en regelgeving afvoert en verwerkt, en dat maximale recycling wordt nagestreefd.”brengt niet mee dat sprake is van een bezwarende titel. Het gaat hier immers niet om een afdwingbare tegenprestatie.
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)