ECLI:NL:RBNHO:2017:10260
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst wegens hennepdrogerij en betalingsachterstand
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 29 november 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen [opposant], in zijn hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [onderbewindgestelde], en de stichting Woningbedrijf Velsen. De procedure begon met een dagvaarding door Woningbedrijf Velsen op 18 november 2016, waarbij [opposant] niet verscheen, wat leidde tot een verstekvonnis op 14 december 2016. [opposant] kwam in verzet tegen dit vonnis, waarna een comparitie van partijen plaatsvond op 18 oktober 2017.
De kern van de zaak betreft de ontbinding van de huurovereenkomst tussen Woningbedrijf Velsen en [onderbewindgestelde] vanwege de ontdekking van een hennepdrogerij in de gehuurde woning. Woningbedrijf Velsen stelde dat [onderbewindgestelde] tekort was geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst door het gebruik van de woning in strijd met de bestemming en de huurvoorwaarden. De kantonrechter oordeelde echter dat de grondslagen voor ontbinding niet toereikend waren. Er was geen bewijs van overlast of gevaar voor omwonenden, en de kantonrechter achtte de aard en omvang van de overtreding te gering om ontbinding te rechtvaardigen.
Daarnaast werd de aanvankelijk gestelde huurachterstand, inclusief een factuur voor ruitschade, niet als voldoende grond voor ontbinding beschouwd, aangezien deze inmiddels was voldaan. De kantonrechter verklaarde het verzet gegrond, vernietigde het verstekvonnis en wees de oorspronkelijke vordering af. Woningbedrijf Velsen werd veroordeeld in de proceskosten van [opposant].