In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland, afdeling Privaatrecht, sectie Kanton, te Haarlem, op 13 december 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen Aviclaim, een besloten vennootschap die optreedt namens passagiers, en Easyjet Airline Company Limited, een luchtvaartmaatschappij. De zaak betreft een vordering tot compensatie van passagiers voor een vlucht van Londen Luton naar Amsterdam die meer dan drie uur vertraging opliep op 30 oktober 2016. Aviclaim vorderde compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij vertragingen.
Aviclaim stelde dat Easyjet gehouden was tot betaling van € 750,00 per passagier, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, omdat de vertraging niet was veroorzaakt door buitengewone omstandigheden. Easyjet betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van slechte weersomstandigheden en beperkingen opgelegd door het luchtverkeersbeheer, waardoor de vlucht niet op tijd kon vertrekken.
De kantonrechter oordeelde dat Easyjet niet voldoende had aangetoond dat de vertraging te wijten was aan buitengewone omstandigheden. De rechtbank concludeerde dat de luchtvaartmaatschappij niet had bewezen dat de vertraging was veroorzaakt door de weersomstandigheden of door instructies van de luchtverkeersleiding. De vordering van Aviclaim werd dan ook toegewezen, en Easyjet werd veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen, inclusief wettelijke rente en proceskosten.