ECLI:NL:RBNHO:2017:10546
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- Th.S. Röell
- E.B. de Vries – van den Heuvel
- A.C. Terwiel-Kuneman
- Rechtspraak.nl
Wraking van de voorzitter van de wrakingskamer en verzoek om doorverwijzing naar een andere rechtbank afgewezen
In deze zaak heeft verzoekster op 17 mei 2017 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. W.J.A.M. van Brussel, de rechter die betrokken was bij haar lopende zaken. Verzoekster stelde dat de rechter partijdig was, omdat hij eerder een uitspraak had gedaan in een andere zaak waarin zij partij was. Daarnaast verzocht zij om doorverwijzing naar een andere rechtbank, wat zij onderbouwde met de stelling dat de voorzitter van de wrakingskamer al eerder een verzoek van haar had behandeld, wat volgens haar de schijn van partijdigheid wekte. De wrakingskamer heeft het verzoek om doorverwijzing afgewezen, omdat dit niet in de wet is verankerd en in strijd is met het wrakingsprotocol van de rechtbank Noord-Holland. Het verzoek om wraking van de voorzitter werd buiten behandeling gesteld wegens misbruik van het wrakingsinstrument en strijd met de goede procesorde. De rechtbank oordeelde dat de vrees van verzoekster voor partijdigheid van de rechter niet terecht was, aangezien de enkele betrokkenheid bij een eerdere zaak niet voldoende was om aan te nemen dat de rechter niet onpartijdig zou zijn. De rechtbank heeft het verzoek om wraking afgewezen en bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van verzoekster in de hoofdzaken niet in behandeling wordt genomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 23 juni 2017 door de wrakingskamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, in aanwezigheid van de griffier.