ECLI:NL:RBNHO:2017:10878

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 november 2017
Publicatiedatum
21 december 2017
Zaaknummer
15/820346-17
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opzettelijk geweld aan boord van een luchtvaartuig met gevaar voor de veiligheid

Op 21 november 2017 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 17 juli 2017 aan boord van een luchtvaartuig, een vliegtuig van Emirates Airlines, zich schuldig heeft gemaakt aan opzettelijk geweld en het in gevaar brengen van de veiligheid van het luchtvaartuig. De verdachte, die onder invloed van alcohol en medicatie verkeerde, heeft zichzelf met een creditcard-mes verwond en bedreigende uitspraken gedaan richting bemanningsleden en passagiers. Hij heeft onder andere gezegd dat hij het vliegtuig kon opblazen en heeft een medepassagier uitgenodigd om Russische roulette te spelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de verdachte een gevaar voor de veiligheid van het vliegtuig en de inzittenden heeft gecreëerd. De verdachte is op verschillende feiten schuldig bevonden, waaronder het voorhanden hebben van wapens en het plegen van geweld aan boord van een luchtvaartuig. De rechtbank heeft de verdachte deels verminderd toerekeningsvatbaar geacht vanwege een bipolaire stoornis en heeft een gevangenisstraf van 74 dagen opgelegd, waarvan een deel voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden voor behandeling en toezicht door de reclassering.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/820346-17 (P)
Uitspraakdatum: 21 november 2017
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 7 november 2017 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [woonplaats] [land] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres]
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, [naam 1] , en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, [naam 4] , advocaat te [woonplaats] , naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
Feit 1
hij op of omstreeks 17 juli 2017, aan boord van een luchtvaartuig, (te weten
een vliegtuig uit de Verenigde Arabische Emiraten met vluchtnummer EK149, tijdens de vlucht (van Dubai naar Amsterdam) (in het internationale luchtruim), opzettelijk een daad van geweld heeft begaan tegen [naam 2] (cabin attendant) en/of [naam 3] en/of zich in dat vliegtuig bevindende passagiers en/of het (cabine)personeel, immers heeft/is hij, verdachte,
-een (creditcard-)mes mee aan boord van dit luchtvaartuig genomen en/of zichzelf met dat (creditcard-)mes in de arm gesneden en/of
- tegen die [naam 3] heeft gezegd dat hij een programmeur is en dat hij weet hoe het luchtvaartuig werkt en hoe hij het luchtvaartuig gemakkelijk buiten werking kan stellen en het radioverkeer buiten werking kan stellen en/of
- tegen die [naam 2] gezegd: "Why are you asking me all these questions. I just go to the back of the aircraft and chop off my arm. I can bring up some more explosives and blow up the airplane" en/of
- aan een medepassagier een foto van zichzelf (verdachte) getoond, waarop hij, verdachte, afgebeeld staat met twee (op) vuurwapens (gelijkende voorwerpen) en/of die medepassagier uitgenodigd om russische roulette te spelen
waardoor gevaar voor de veiligheid van het luchtvaartuig te duchten is geweest, immers heeft hij, verdachte, de veiligheid van het luchtvaartuig en/of de passagiersveiligheid, in gevaar gebracht door het niet opvolgen van de aanwijzingen en/of door voornoemde handelingen, omdat het cabinepersoneel zich moest bezig houden met verdachte (het in de gaten houden van verdachte om te voorkomen dat hij onrust onder de andere passagiers zou veroorzaken) waardoor het cabinepersoneel zich niet (volledig) kon richten op hun werkzaamheden in het kader van de vliegveiligheid aan boord;
Feit 2
hij op of omstreeks 17 juli 2017, aan boord van een luchtvaartuig, (te weten een vliegtuig uit de Verenigde Arabische Emiraten met vluchtnummer EK149, tijdens de vlucht (van Dubai naar Amsterdam) (in het internationale luchtruim), het cabinepersoneel en/of alle inzittenden van dat luchtvaartuig en/of een of meer anderen heeft bedreigd met een terroristisch misdrijf, te weten het doen verongelukken van dit luchtvaartuig, waarbij levensgevaar voor die inzittenden en die cabincrew van dat luchtvaartuig te duchten is, althans met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft hij, verdachte tegen een [naam 2] (crewlid) gezegd: "Why are you asking me all these questions. I just go to the back of the aircraft and chop off my arm. I can bring up some more explosives and blow up the airplane", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
Feit 3
hij op of omstreeks 17 juli 2017 aan boord van een luchtvaartuig, (te weten een vliegtuig uit de Verenigde Arabische Emiraten met vluchtnummer EK149, tijdens de vlucht (van Dubai naar Amsterdam) (in het internationale luchtruim), een of meer wapens van categorie I, onder 4, te weten een (op een creditcard gelijkend) dolkmes, voorhanden heeft gehad;
Feit 4
hij in of omstreeks de periode van 17 juli 2017 tot en met 18 juli 2017 te Amsterdam, zeven, althans een of meer wapens van categorie I, onder 4, te weten (op creditcards gelijkende) dolkmes(sen), voorhanden heeft gehad en/of een wapen va categorie I, onder 1, te weten een stilettomes;
Feit 5
hij in of omstreeks de periode van 17 juli 2017 tot en met 18 juli 2017 te Amsterdam, vier, althans een of meer wapen(s) van categorie I onder 7°, te weten een veerdrukwapen (ASG Cal.6mm BB) en/of een veerdrukwapen (ASG, model Walther P99, 6mm BB) en/of een gasdrukwapen (ASG Airsoft, model CZ 75 P-07 DUTY, 6mmBB) en/of een gasdrukwapen (ASG Airsoft, model dan wesson 2.5 Revolver, 6mm BB),(allen) zijnde (een) voorwerp(en) dat/die voor wat betreft zijn/hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde(n) met (een) vuurwapen(s) en/of met (een) voor ontploffing bestemde voorwerp(en) voorhanden heeft gehad.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 tot en met 5 ten laste gelegde feiten.
3.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van hetgeen hem onder de feiten 1 en 2 ten laste is gelegd.
Met betrekking tot feit 1 kan slechts worden vastgesteld dat verdachte verward was en bepaalde uitspraken tegen passagiers en bemanningsleden heeft gedaan waarbij hij een foto heeft getoond. Verdachte kan zich niets van het voorval herinneren en was kennelijk inderdaad zichzelf niet. Hij heeft zich slechts als een lastige passagier gedragen. Bovendien kan niet worden vastgesteld dat er gevaar te duchten is geweest voor de vlucht en voor de mensen die zich op die vlucht bevonden. Daarbij dient het opzet van verdachte gericht te zijn op de daad van geweld waardoor gevaar voor de veiligheid van het luchtvaartuig te duchten is en niet op geobjectiveerde gevaarzetting. Verdachte heeft zich weliswaar vreemd en overlast gevend gedragen, maar heeft door zijn gedrag niet de veiligheid van het luchtvaartuig in gevaar gebracht.
Het gevaar was naar algemene ervaringsregels niet voorzienbaar, verdachte is immers niet fysiek agressief geweest. Het was niet nodig om hem in de boeien te slaan, hij is uiteindelijk rustig blijven zitten nadat hij een officiële waarschuwing had gekregen.
Met betrekking tot feit 2 kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat er sprake is geweest van bedreiging met een terroristisch misdrijf of van een bedreiging met een misdrijf tegen het leven gericht. Er is immers maar één getuige geweest die over de onder feit 2 ten laste gelegde bewoordingen heeft verklaard. Daarbij leveren de geuite bewoordingen geen bedreiging met een terroristisch misdrijf op. De bewoordingen “can bring up some explosives and blow up the airplane” veronderstellen dat verdachte eerst de grond moet bereiken waarna hij dan een explosief mee omhoog kan nemen. Deze bedreiging heeft dan ook geen betrekking op de bewuste vlucht. Daarbij is bij de bedreigde geen redelijke vrees ontstaat en zou deze bedreiging in het algemeen onder de gegeven omstandigheden ook geen vrees oproepen.
3.2.
VrijspraakNaar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder feit 2 ten laste is gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe dat er slechts één getuige heeft verklaard over de betreffende uitlatingen van de verdachte. Omdat deze verklaring niet door een ander bewijsmiddel wordt ondersteund, is er onvoldoende bewijs om tot een wettige bewezenverklaring te komen.
-
3.3.
Redengevende feiten en omstandigheden met betrekking tot feit 1
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde feit op grond van het volgende.
Het proces-verbaal van aangifte door [naam 5] d.d. 17 juli 2017, opgesteld door verbalisant [verbalisant 1] :
(…) Ik doe aangifte van geweldpleging, gepleegd aan boord van een vliegtuig in vlucht. (…) Door het incident bestond er een gevaar dat de vluchtveiligheid in gevaar kon komen. (…) Ik ben werkzaam als gezagvoerder bij luchtvaartmaatschappij Emirates Airlines. (…) Zojuist heb ik uit hoofde van mijn functie als gezagvoerder van een vliegtuig van genoemde luchtvaartmaatschappij een vlucht uitgevoerd die was voorzien van vluchtnummer EK 149. Deze vlucht werd uitgevoerd van Dubai naar Amsterdam. Het vliegtuig vertrok op 17 juli 2017 om 15:02 uur lokale tijd van de luchthaven in Dubai, Verenigde Arabische Emiraten. En arriveerde vandaag, 17 juli 2017 te 20:05 op de luchthaven Schiphol (…) De purser kwam naar mij toe en overhandigde mij een creditcard mes. Ik zag dat er bloed aan het voornoemde mes zat. Ik hoorde de purser tegen mij zeggen dat de passagier die het creditcard mes in zijn bezit had zichzelf verwond had. (…)
Ik heb hierop de crew opgedragen de formele waarschuwing uit te delen. Ook heb ik de luchtvaartmaatschappij op de hoogte gebracht en gevraagd of de politie bij de landing ter plaatse kan komen. De bemanningsleden aan boord van het vliegtuig waren dusdanig bezig met het incident dat ze andere werkzaamheden links moesten laten liggen. De passagier had zichzelf gesneden. Als hij andere aangevallen had met het mes zou er paniek uitgebroken zijn. In het geval dat de bemanningsleden verwond worden of erger komen noodprocedures in het gevaar bij het gebrek aan bemanningsleden. (…)
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 juli 2017, opgesteld door verbalisant [verbalisant 2] :(…) Op 21 juli 2017 werd ik gebeld door [verbalisant 1] . Ik vroeg aan de captain welke maatregelen er waren genomen toen de problemen met de passagier begonnen waren.
Ik hoorde de captain zeggen:
-dat hij als gezagvoerder in voorkomend geval niet meer uit de cockpit komt, uit veiligheidsoverwegingen;
-dat toen de problemen begonnen er 5 crewleden werden toegewezen om continue zicht te houden op de passagier;
-dat de problemen ongeveer 2 uur voor de landing begonnen;
-dat zij hun gewone werkzaamheden hierdoor verminderd konden uitvoeren.(…)
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 17 juli 2017, opgesteld door verbalisant [verbalisant 3]
(…) Ik vloog vandaag van Dubai naar Amsterdam. (…) Ik zag dat een man die twee rijen voor mij zat, een dobbelsteen op de grond liet vallen. Ik raapte de dobbelsteen op. Ik wilde hem vervolgens teruggeven. Ik zei tegen hem, wil je een spel spelen. Toen hoorde ik dat hij zei: “alleen als het Russische Roulette is”. Ik vond dit nogal apart omdat ik weet wat dat voor spel is. (…) Na 20 minuten kwam de man weer naar mij toe en zei “als je je bedenkt kunnen we in Amsterdam alsnog Russische Roulette spelen”. Terwijl hij dit tegen mij zei, liet hij een foto zien waarop de man twee pistolen beet had. (…)
Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 17 juli 2017, opgesteld door verbalisant [verbalisant 5] :
(….) Op maandag 17 juli 2017, omstreeks 15:00 uur, was ik aan boord van de vlucht EK 149 van Dubai (Verenigde Arabische Emiraten) richting de luchthaven Amsterdam Schiphol (Nederland). Ik was werkzaam op de hierboven genoemde vlucht als cabin attendant voor de luchtvaartmaatschappij Emirates. (…) Tijdens de vlucht op de hierboven genoemde dag, datum, omstreeks 16:00 uur, zag ik een mannelijke passagier richting de achterste gally (cabine) van het vliegtuig lopen. (…) Toen de man eenmaal was aangekomen in de achterste gally, zag ik dat hij bloed had op een van zijn armen. (…) Na vijftien minuten liep ik terug naar de achterste gally en ik zag in de handen van mijn collega Mahmoud een mes zitten. Ik zag dat het mes eruit zag als een creditcard. (…) Wij worden altijd geacht als we een passagier behandelen aan boord van de vlucht een medische rapport te schrijven voor ons bedrijf. Tijdens het schrijven van de vlucht ben ik naar de hierboven genoemde passagier gegaan. (…) Ik vroeg aan de hierboven genoemde passagier zijn persoonlijke gegevens zoals zijn woonadres, personalia etc. voor het medische rapport. Ik vroeg aan de passagier of hij zijn woonadres kan invullen echter zag ik dat dit niet duidelijk was geschreven. Ik heb toen nogmaals aan de man verzocht om zijn woonadres op een nieuw formulier in te vullen. Op dit moment zag en hoorde ik dat de man agressief werd. Ik hoorde de man met een luide stem zeggen: "Why are you asking me all these questions. I just go to the back of the aircraft and chop off my arm. I can bring up some more explosives and blow up the airplane" (…)
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] d.d. 17 juli 2017, opgesteld door [verbalisant 6]
(…) Ik ben werkzaam als cabin crew bij de luchtvaartmaatschappij Emirates. (…) In deze hoedanigheid was ik op maandag 17 juli 2017, omstreeks 15:00 uur, lokale tijd, aan boord van het vliegtuig EK149. (…) Ongeveer 2 uur na opstijgen viel mij een manspersoon op. Hij viel mij op omdat hij steeds aan het rondlopen was. (…)
Toen ik achter in het crew gedeelte stond, zag ik de manspersoon mij benaderen. Ik hoorde de man vertellen dat hij een computerprogrammeur was en dat hij wist hoe het vliegtuig werkte. (…) Ik hoorde hem zeggen dat hij wist hoe hij het vliegtuig en radio moest uitschakelen. (…)
Op een gegeven moment kwam de manspersoon weer langs. Ik zag dat de manspersoon een snijwond op zijn linker onderarm had van ongeveer 4 centimeter. Ik zag dat er veel bloed uit kwam. Toen ik vroeg aan de man wat er gebeurd was, hoorde ik hem zeggen dat hij dit niet kon vertellen omdat het niet legaal was. (…) Uiteindelijk zag ik de manspersoon een zwarte kaart uit zijn broekzak halen. Ik hoorde hem zeggen dat dit een kado was voor mij. (….) Hierop zag ik dat de man de zwarte kaart begon te vouwen. Ik zag dat het een mes werd. Ik zag dat de manspersoon het mes in mijn richting hield. (…) Hierop heb ik zijn hand vastgepakt en het mes uit zijn hand gepakt. (…)
Het proces-verbaal bevindingen d.d. 18 juli 2017d.d. 18 juli 2017, opgesteld door verbalisant [verbalisant 6] :
(…) Het op dinsdag 18 juli 2017, onder de verdachte [verdachte] , in beslag genomen voorwerp is een dolkmes zijnde een blank wapen. Het voorwerp heeft het uiterlijk van een kaartje niet zijnde een wapen. (…)
Derhalve is dit voorwerp een wapen in de zin van artikel 2, lid 1, categorie I, onder 4 van de Wet wapens en munitie. (…)
3.4.
Bewijsoverweging met betrekking tot feit 1
Gelet op zijn uitspraken met betrekking tot het buiten werking stellen van het vliegtuig en het radiosysteem, het aan boord brengen van explosieven om het vliegtuig mee op te blazen, het voorstellen aan een passagier om Russisch roulette te spelen en het daarbij tonen van een foto waarop hij te zien is met twee op vuurwapens gelijkende voorwerpen en het zichzelf snijden met een creditcard-mes, heeft verdachte een situatie gecreëerd waarin naar algemene ervaringsregels voorzienbaar is geweest dat er gevaar voor de veiligheid van het vliegtuig en de zich daarin bevindende personen zou kunnen ontstaan. Het gedrag van verdachte en zijn uitspraken hadden onrust onder de bemanningsleden en de andere passagiers kunnen veroorzaken, waardoor de situatie zou kunnen escaleren en er paniek zou kunnen uitbreken. De beslotenheid van het luchtvaartuig in vluchtmoment maakt immers dat de passagiers en bemanningsleden zich niet aan de ontstane situatie kunnen onttrekken. Daarbij heeft verdachte door zijn handelen voor langere duur cabinepersoneel onttrokken aan werkzaamheden die de vliegveiligheid dienen te waarborgen.
Derhalve kan wettig en overtuigend worden bewezen hetgeen verdachte onder feit 1 ten laste is gelegd.
3.5.
Redengevende feiten en omstandigheden met betrekking tot de feiten 3, 4 en 5
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen inzake geheim blank wapen d.d. 19 juli 2017, opgesteld door verbalisant [verbalisant 7] ;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 17 juli 2017, opgesteld door verbalisant [verbalisant 6] ;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen zoeking Vlielandstraat 27 Amsterdam d.d. 19 juli 2017, opgesteld door verbalisant [verbalisant 8]
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van imitatiewapenonderzoek d.d. 25 juli 2017, opgesteld door verbalisant [verbalisant 9] , los opgenomen in het dossier;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen inzake een stiletto d.d. 19 juli 2017, opgesteld door verbalisant [verbalisant 7] .
3.6.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
Feit 1
hij op 17 juli 2017, aan boord van een luchtvaartuig, te weten
een vliegtuig uit de Verenigde Arabische Emiraten met vluchtnummer EK149, tijdens de vlucht van Dubai naar Amsterdam in het internationale luchtruim, opzettelijk een daad van geweld heeft begaan tegen [naam 2] , cabin attendant en [naam 3] en zich in dat vliegtuig bevindende passagiers en het cabinepersoneel, immers heeft hij, verdachte,
- een creditcard-mes mee aan boord van dit luchtvaartuig genomen en zichzelf met dat creditcard-mes in de arm gesneden en
- tegen die [naam 3] heeft gezegd dat hij een programmeur is en dat hij weet hoe het luchtvaartuig werkt en hoe hij het luchtvaartuig gemakkelijk buiten werking kan stellen en het radioverkeer buiten werking kan stellen en
- tegen die [naam 2] gezegd: "Why are you asking me all these questions. I just go to the back of the aircraft and chop off my arm. I can bring up some more explosives and blow up the airplane" en
- aan een medepassagier een foto van zichzelf getoond, waarop hij, verdachte, afgebeeld staat met twee op vuurwapens gelijkende voorwerpen en die medepassagier uitgenodigd om Russische roulette te spelen,
waardoor gevaar voor de veiligheid van het luchtvaartuig te duchten is geweest, immers heeft hij, verdachte, de veiligheid van het luchtvaartuig en de passagiersveiligheid, in gevaar gebracht door het niet opvolgen van de aanwijzingen en door voornoemde handelingen, omdat het cabinepersoneel zich moest bezig houden met verdachte (het in de gaten houden van verdachte om te voorkomen dat hij onrust onder de andere passagiers zou veroorzaken) waardoor het cabinepersoneel zich niet volledig kon richten op hun werkzaamheden in het kader van de vliegveiligheid aan boord;
Feit 3
hij op 17 juli 2017 aan boord van een luchtvaartuig, te weten een vliegtuig uit de Verenigde Arabische Emiraten met vluchtnummer EK149, tijdens de vlucht van Dubai naar Amsterdam in het internationale luchtruim een of meer wapens van categorie I, onder 4, te weten een op een creditcard gelijkend dolkmes, voorhanden heeft gehad;
Feit 4
hij in de periode van 17 juli 2017 tot en met 18 juli 2017 te Amsterdam zeven wapens van categorie I, onder 4, te weten op creditcards gelijkende dolkmessen voorhanden heeft gehad en een wapen van categorie I, onder 1, te weten een stilettomes;
Feit 5
hij in de periode van 17 juli 2017 tot en met 18 juli 2017 te Amsterdam vier wapens van categorie I onder 7°, te weten een veerdrukwapen, ASG Cal.6mm BB, en een veerdrukwapen, ASG, model Walther P99, 6mm BB, en een gasdrukwapen, ASG Airsoft, model CZ 75 P-07 DUTY, 6mmBB, en een gasdrukwapen, ASG Airsoft, model Dan Wesson 2.5 Revolver, 6mm BB, allen zijnde voorwerpen die voor wat betreft hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonden met vuurwapens voorhanden heeft gehad.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1opzettelijk een daad van geweld begaan tegen iemand die zich aan boord van een luchtvaartuig in vlucht bevindt, terwijl daarvan gevaar voor de veiligheid van het luchtvaartuig te duchten is, meermalen gepleegd;
Feit 3handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie aan boord van een luchtvaartuig;
Feit 4handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
Feit 5handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden waarvan honderdelf dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren met als bijzondere voorwaarden dat verdachte zich houdt aan de aanwijzingen en voorschriften van de reclassering en dat hij zijn behandeling bij Mentrum of een soortgelijke instelling voortzet.
6.2.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van het feit
Verdachte heeft aan boord van een luchtvaartuig tijdens de vlucht onder invloed van alcoholhoudende drank, terwijl hij ook een anti psychotica medicijn gebruikte, zichzelf gesneden met een creditcard-mes, heeft uitspraken gedaan over het uitschakelen dan wel opblazen van het vliegtuig tegen bemanningsleden en heeft een medepassagier uitgenodigd tot het spelen van Russisch roulette waarbij hij een foto toonde waarop hij te zien is met twee op vuurwapens gelijkende voorwerpen. Het gedrag en de uitspraken van de verdachte hebben aanleiding gegeven tot noodzakelijke extra bemoeienis van het cabinepersoneel naar verdachte toe dat zij andere werkzaamheden links moeten laten liggen Dit levert gevoelens van onveiligheid op bij medepassagiers en boordpersoneel.. De beslotenheid van het luchtvaartuig in vlucht waarin men zich op dat moment bevindt, maakt immers dat men zich niet aan de ontstane situatie kan onttrekken. Daarbij komt dat de mogelijkheid van escalatie van het geweld, waarbij meer personen betrokken kunnen raken, een nog grotere bedreiging voor de veiligheid van het luchtvaartuig en de inzittenden kan vormen.
De verdachte heeft zich tevens schuldig gemaakt aan het aanwezig hebben van een creditcard-mes tijdens een vlucht van Dubai naar Amsterdam en het aanwezig hebben van een viertal airsoftguns, een stiletto en zeven creditcard-messen in zijn woning aan de [adres] . Dit zijn ernstige feiten, nu ongecontroleerd wapenbezit onaanvaardbare risico’s en gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving met zich brengt.
Rapporten psychiater en psycholoog
Omtrent de geestvermogens van verdachte ten tijde van het begaan van het ten laste gelegde hebben drs. [deskundige 1] , psychiater i.o. onder supervisie van dr. [deskundige 2] en [deskundige 3] , psycholoog, beiden geregistreerd in het Nederlands Register voor Gerechtelijk Deskundigen (NRGD) na inzage van de gerechtelijke stukken, een onderzoek in gesteld naar de geestvermogens van verdachte. De deskundigen hebben op 27 oktober 2017 respectievelijk 31 oktober 2017 als volgt over hun bevindingen gerapporteerd.
Beide deskundigen zijn tot de conclusie gekomen dat verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de vorm van een bipolaire-l stoornis. Ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde was er sprake van deze bipolaire stoornis. Volgens de psychiater is het goed mogelijk dat verdachte op dat moment in een hypomane episode verkeerde aangezien zijn gedrag overeen komt met zijn gedrag uit een eerdere hypomane episode. Daarnaast hebben beide deskundigen vastgesteld dat verdachte vermijdende persoonlijkheidskenmerken heeft.
Met betrekking tot de beïnvloeding door deze ziekelijke stoornis van het ten laste gelegde lopen de conclusies van de deskundigen uiteen. De psycholoog acht verdachte volledig toerekeningsvatbaar en de psychiater komt tot de conclusie dat het eerste feit in verminderde mate aan verdachte kan worden toegerekend.
Volgens de psychiater bepaalde de hypomane ontremming bij verdachte in combinatie met zijn alcoholgebruik voor een duidelijk deel zijn handelen en gedroeg hij zich daardoor onvoorspelbaar en inadequaat. Verdachte is op de hoogte van het feit dat hij aan een bipolaire stoornis lijdt en ondergaat daarvoor al geruime tijd behandeling. Hij gebruikt al geruime tijd in overleg met zijn behandelaar medicatie waarmee de symptomen van zijn hypomanie worden onderdrukt, maar in de periode voor zijn vertrek naar Dubai heeft hij deze hoeveelheid medicatie zelfstandig geminimaliseerd en/of onregelmatig ingenomen. Het feit dat verdachte na lange tijd tijdens de vlucht sterke drank is gaan drinken heeft mede geleid in ontremming en bizar gedrag, namelijk het zichzelf snijden en dreiging tot opblazen van het vliegtuig.
Op grond hiervan wordt door de deskundige [deskundige 1] een verband aanwezig geacht tussen een ziekelijke stoornis, zijnde een bipolaire-1 stoornis en het ten laste gelegde. De rechtbank volgt het advies van deze deskundige om verdachte met betrekking tot het ten laste gelegde onder feit 1 verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen. De rechtbank neemt eveneens het advies van deze deskundige over om, teneinde het gevaar op herhaling van het plegen van soortgelijke feiten te beperken, een deels voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarde dat verdachte zijn psychiatrische behandeling bij Mentrum voortzet.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank mede gelet op het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 3 oktober 2017, waaruit blijkt dat de verdachte nooit eerder is veroordeeld en het over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport met betrekking tot het advies in het kader van schorsing van de voorlopige hechtenis, gedateerd 25 juli 2017 van mevrouw [deskundige 4] , als reclasseringswerkster verbonden aan Reclassering Nederland.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal bepalen dat een gedeelte daarvan vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee jaren, opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit.
Daarnaast acht de rechtbank verplicht contact met reclassering Nederland en het voortzetten van het reeds ingezette behandeltraject bij Mentrum noodzakelijk. Voorwaarden van een dergelijke strekking zullen aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen straf worden verbonden.

7.Vermogensmaatregel

onttrekking aan het verkeer
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten zeven creditcard-messen en een stiletto dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de onder 3 en 4 bewezen verklaarde feiten met betrekking tot die voorwerpen zijn begaan. Bovendien is het ongecontroleerde bezit van /die voorwerpen is in strijd met de wet en het algemeen belang.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikel 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 57, 385b van het Wetboek van Strafrecht.
artikel 13, 55 van de Wet wapens en munitie.

9.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder feit 2 is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.6 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 3.6 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
VIERENTACHTIG (84) DAGEN.
Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
vierenzeventig (74) dagen nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
-voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
-medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd bij Reclassering Nederland te Amsterdam, Keizersgracht 572 (1017 EM) zal melden, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- zijn behandeling bij Mentrum voort zal zetten. Indien de reclassering het binnen de meldplicht nodig acht dat veroordeelde additionele interventies en/of behandeling dient te ondergaan, dient veroordeelde hier tevens aan mee te werken;
- geen drugs of alcohol gebruikt, zolang de reclassering dit nodig acht.
Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Onttrekt aan het verkeer:
- zeven creditcard-messen
- een stiletto
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.C. van den Bos, voorzitter,
mr. R.A. Otter en mr. M. Goedhuis-Visser, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier B.H.E. Zuidam,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 november 2017.