ECLI:NL:RBNHO:2017:11145

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 december 2017
Publicatiedatum
29 december 2017
Zaaknummer
6282815
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van parkeerkosten na uitrijden zonder betaling

In deze zaak heeft Q-Park Operations Netherlands II B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die gebruik heeft gemaakt van een parkeeraccommodatie zonder te betalen. De vordering, ingesteld bij dagvaarding op 23 augustus 2017, betreft een bedrag van € 373,75, inclusief proceskosten en wettelijke rente. Q-Park stelt dat de gedaagde, door middel van 'treintje rijden', de parkeeraccommodatie heeft verlaten zonder te betalen, in strijd met de algemene voorwaarden. De gedaagde betwist de vordering en beweert dat hij meerdere pogingen heeft gedaan om te betalen, maar dat dit niet is gelukt. De kantonrechter heeft de vordering beoordeeld en geconcludeerd dat de gedaagde niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn verweer. De kantonrechter oordeelt dat de algemene voorwaarden van Q-Park niet onredelijk bezwarend zijn en dat de gevorderde schadevergoeding redelijk is. De kantonrechter heeft de vordering van Q-Park toegewezen, inclusief de gevorderde wettelijke rente en proceskosten. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en kosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 6282815 \ CV EXPL 17-7854
Uitspraakdatum: 6 december 2017
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Q-Park Operations Netherlands II B.V.
statutair gevestigd en kantoorhoudend te Maastricht
eiseres
verder te noemen: Q-Park
gemachtigde: mr. C.F.P.M. Spreksel
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Q-Park heeft bij dagvaarding van 23 augustus 2017 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft mondeling geantwoord.
1.2.
Q-Park heeft hierop schriftelijk gereageerd. Hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft [gedaagde] niet meer gereageerd.

2.De vordering

2.1.
Q-Park vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 373,75, te vermeerderen met de proceskosten, waaronder begrepen de nakosten, alles te vermeerderen met de wettelijke rente. Zij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] blijkens het parkeermanagementsysteem en camera’s gebruik heeft gemaakt van één van de door Q-Park beheerde en geëxploiteerde parkeeraccomodaties, te weten de accommodatie Spaarne Gasthuis-Hoofddorp. [gedaagde] is vervolgens in strijd met de overeenkomst tussen partijen uitgereden zonder te betalen door middel van het zogenaamde ‘treintje rijden’. [gedaagde] is conform de artikelen 5.9 en 6.3 van de toepasselijke algemene voorwaarden het tarief ‘verloren kaart’ (€ 25,00) en een aanvullende schadevergoeding (€ 300,00) verschuldigd, alsmede buitengerechtelijke kosten (€ 48,75).

3.Het verweer

3.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Hij erkent dat hij gebruik heeft gemaakt van de garage en voert aan – samengevat – dat hij tot drie keer toe heeft geprobeerd te betalen, maar dat hem dat niet is gelukt en dat hij toen achter een andere auto de garage is uitgereden.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter merkt allereerst op dat hij geen kennis heeft genomen van de met de repliek door Q-Park meegestuurde DVD, omdat Q-Park deze niet als productie in het geding wenst te brengen.
4.2.
Naar aanleiding van het verweer van [gedaagde] heeft Q-Park de vordering verder onderbouwd. Daarbij is zij ingegaan op het verweer van [gedaagde] en heeft aangevoerd dat op het moment van uitrijden geen sprake was van een storing en dat [gedaagde] niet om hulp heeft gevraagd door middel van de in de garage aanwezige belknop, waarmee door de parkeerder hulp kan worden ingeschakeld in geval van storing.
4.3.
[gedaagde] heeft op de nadere toelichting niet meer gereageerd.
4.4.
De kantonrechter zal de vordering toewijzen en overweegt daarbij dat de artikelen 5.9 en 6.3 van de algemene voorwaarden voor [gedaagde] als consument niet als onredelijk bezwarend worden geoordeeld, gelet op de door Q-Park als onweersproken gestelde uitgangspunten, te weten de door haar gedane investeringen en het door Q-Park nagestreefde doel van een veilige omgeving in en rond de door haar geëxploiteerde parkeergarages. De hoogte van de gevorderde aanvullende schadevergoeding acht de kantonrechter, gelet op voormelde uitgangspunten, redelijk en billijk. De kantonrechter zal de gevorderde € 300,00 en € 25,00 toewijzen.
4.5.
In de aanmaningsbrief van 16 september 2016, die is overgelegd als productie 4 en als ingebrekestelling wordt beschouwd, wordt [gedaagde] gesommeerd binnen zestien dagen te betalen. Hij heeft door niet aan zijn betalingsverplichting te voldoen Q-Park genoodzaakt tot het treffen van incassomaatregelen. Nu is voldaan aan het bepaalde in artikel 6:96 BW en het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten overeenkomt met het in het Besluit vergoeding buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief, zullen deze kosten worden toegewezen.
4.6.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 3 oktober 2016, behoudens de over de buitengerechtelijke kosten gevorderde rente, die zal worden toegewezen vanaf 23 augustus 2017.
4.7.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt. Daarbij wordt [gedaagde] ook veroordeeld tot betaling van nasalaris voor zover daadwerkelijk nakosten door Q-Park worden gemaakt. De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Q-Park van € 373,75 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 325,00 vanaf 3 oktober 2016 tot aan de dag van de gehele betaling en over € 48,75 vanaf 23 augustus 2017 tot de dag van algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Q-Park tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 83,51
griffierecht € 78,00
salaris gemachtigde € 120,00
en veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 100,00 aan nasalaris voor zover daadwerkelijk nakosten door Q-Park worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente over voorgaande proceskosten vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Candido en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter