In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 15 februari 2017, is de echtscheiding uitgesproken tussen een vrouw en een man, die samen minderjarige kinderen hebben. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. F.S.C. Thijsse, en de man, aanvankelijk vertegenwoordigd door mr. S.L. Raphaël en later door mr. M. Falkena, hebben een langdurige procedure doorgemaakt die begon met een verzoekschrift van de vrouw op 28 augustus 2015. De rechtbank heeft de zaak meerdere keren aangehouden om partijen de kans te geven een ouderschapsplan op te stellen, maar dit is niet gelukt. De man heeft uiteindelijk zijn verzoek tot het vaststellen van een zorgregeling ingetrokken, wat de rechtbank als onnavolgbaar heeft beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man, als gezaghebbende ouder, de plicht heeft om voor zijn kinderen te zorgen, maar kon hier geen juridische consequenties aan verbinden omdat er geen verzoek meer voorlag.
De rechtbank heeft de echtscheiding toegewezen en bepaald dat de vrouw huurster van de woning zal zijn. De man is verplicht om een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen te betalen van € 61,00 per kind per maand, en daarnaast een uitkering tot levensonderhoud aan de vrouw van € 418,00 bruto per maand. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, behoudens de echtscheiding. De rechtbank heeft de verzoeken van partijen om een ouderschapsplan en andere verzoeken afgewezen, omdat er geen overeenstemming was bereikt over de zorgregeling en de man zijn verzoeken had ingetrokken. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van ouders in echtscheidingssituaties, vooral met betrekking tot de zorg voor minderjarige kinderen.