Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de op 12, 13 en 15 april 2016 uitgebrachte dagvaardingen, voorzien van de producties 1 tot en met 20;
- de conclusie van antwoord van Eerdmans en de daarbij gevoegde producties 1 tot en met 35;
- de conclusie van antwoord van Aegon c.s., voorzien van productie H-1;
- het tussenvonnis van 7 september 2016;
- het proces-verbaal van comparitie van 6 april 2017 en de daarin genoemde stukken, waaronder de ter zitting door [erflater] genomen akte overlegging producties, tevens wijziging/aanvulling ex artikel 130 Rv.
2.De feiten
gaarne zou ik mijn gebied uitbreiden van Gabo Vere naar zuid amerika zoals Frans gyneia en suriname misschien trinidad
3.Het geschil
4.De beoordeling
Ontvankelijkheid eiseres
4.3. Schadevergoeding
2.842,00(2,0 punten × tarief € 1.421,00)
2.842,00(2,0 punten × tarief € 1.421,00)