Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procedure
2.Feiten en omstandigheden
3.Verzoek
4.Verweer en zelfstandig verzoek
5.Beoordeling
6.Beslissing
PRO FORMAaan tot
10 juli 2017, in afwachting van rapport en advies van de Raad;
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 8 maart 2017 uitspraak gedaan in een verzoek van de man tot co-ouderschap en wijziging van de zorgregeling voor zijn minderjarige kinderen. De man verzocht om een zorgregeling waarbij de kinderen om de week bij hem en de vrouw verblijven. De vrouw, de gezinsvoogd en de Raad voor de Kinderbescherming waren echter tegen dit verzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat het zwaartepunt van de verzorging van de minderjarige [minderjarige 1] bij de vrouw ligt en dat er onvoldoende basis is voor een co-ouderschap regeling, gezien de communicatieproblemen tussen de ouders en de onduidelijkheid over de thuissituatie van de man. De rechtbank heeft het verzoek van de man afgewezen en de stukken in handen gesteld van de Raad voor onderzoek naar de zorgregeling. De beslissing over de kinderbijdrage is aangehouden in afwachting van het rapport van de Raad. De zaak wordt pro forma aangehouden tot 10 juli 2017.